Wangerooge (1)

Ik heb er al een hele reisdag opzitten als ik met de bus via de vertrekhavens naar Langeroog en Spiekeroog aankom bij de veerboot naar Wangerooge. Het Waddengebied doorkruisen zonder rijbewijs; het kan, maar niet zonder geduld.

Het begint al te schemeren als ik om half vijf, tien uur na vertrek, eindelijk de boot op stap. Wanneer ik een dik uur later in het haventje van Wangerooge, aankom is het pikkedonker. Zonder iets te zeggen -dat is wat donkerte en een vreemde omgeving met mensen doet- loop ik samen met de andere passagiers naar het klaarstaande treintje iets verderop. Even later rijden we door duingebied, langs kreekjes en kwelders richting het dorp, waar we een kwartiertje later aankomen bij een mooi oud stationsgebouw. ‘Kehre wieder’ staat er in mooie gotische letters opgeschreven. Wie weet, maar voor die conclusie is het nog wat vroeg. Ik loop door de uitgestorven hoofdstraat met hotels en pensions, de vakantievreugde uit mooie zomers nog bijna tastbaar, tot ik bij ‘café Pudding’ niet verder kan en sla dan rechtsaf. Mijn appartement bevindt zich op de derde etage van een groot oud gebouw. Ik trek de gordijnen open, zie witte koppen op een donkere zee. In mijn hoofd dat lekkere liedje van Bløf. ‘En nu zit ik hier in dat gammele strandhuis…’ Hier ga ik het wel uithouden.

Linie

Dat Wangerooge klein is, wist ik wel. Het is een eiland van slechts acht en een halve kilometer bij één kilometer. Maar hoe klein dat is, realiseer ik mij pas als ik de volgende morgen op een eerste verkennende tocht na een kilometer of twee het strand verlaat en het duin opklim. Boven op het duin zie ik de dijk en het wad al liggen op een afstandje van niks, echt een heel smal eilandje dus. De dijk en het wad zijn voor morgen, nu verder over het strand dat voor een deel is afgesloten omdat men met het versterken van de waterkering in de weer is. Geen overbodige luxe. Aan de steile afkalving is te zien hoe genadeloos het water hier tegen de duinen beukt. De duinenrij oogt als een broze, kwetsbare verdedigingslinie. Valt die linie, dan valt het eiland. Net als in de Tweede Wereldoorlog, realiseer ik mij als ik later die week in het bezoekerscentrum wat meer over de geschiedenis van Wangerooge te weten kom. Toen was dit eiland, de duinenrij versterkt met verdedigingswerken, de belangrijkste verdedigingslinie voor de Wilhelmshaven, de grootste marinehaven van Nazi-Duitsland. Gedenktekens en de nog altijd zichtbare kraters in het landschap tonen dat ook deze storm niet zonder gevolgen is overgewaaid.

Bombardement

Op 25 april 1945, wordt Wangerooge door 480 bommenwerpers van de Royal Air Force (RAF) gebombardeerd. Het is de laatste grote geallieerde luchtaanval op Duits grondgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er vallen tijdens deze zonnige lentedag niet alleen vele militaire- en burgerslachtoffers, er komen ook een groot aantal van de aanwezige dwangarbeiders om het leven.

Vanaf halverwege de negentiende eeuw is Wangerooge een belangrijke badplaats voor de meer welgestelde burgers van Bremen en Hamburg. Ook nu nog is toerisme de belangrijkste inkomstenbron voor de eilandbewoners. Wilhelmshaven is al ruim anderhalve eeuw een belangrijke Duitse marinebasis. In 1912, als de eerste tekenen van een grote oorlog zich aandienen worden op Wangerooge als natuurlijke voorpost van de oorlogshaven de nodige verdedigingswerken gebouwd, maar de gevreesde Britse aanval blijft uit.

Dwangarbeiders

Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden wederom militairen en een groot aantal dwangarbeiders ingezet voor de bouw van militaire steunpunten. Na de geslaagde landing van de geallieerden in Normandië in juni 1944, krijgt de aanleg van de versterkingen op Wangerooge prioriteit. Van de 350 buitenlanders, die aanvankelijk op het eiland worden tewerkgesteld, hebben er ongeveer 110 de Nederlandse en Belgische nationaliteit. Het zijn vooral mannen uit Oost-Groningen die verplicht worden voor de Duitsers te werken. Eén van hen is de heer Jans Hut. Hij herinnert zich het volgende over die tijd: “wij waren zoals gewoonlijk bezig met ons ontginningswerk voor de Heidemij toen er opeens Duitsers op het werk kwamen, die de papieren van onze baas in beslag namen. Wij kregen de opdracht om ons de volgende dag in Appingedam te melden voor werkzaamheden in Delfzijl. Maar we gingen niet naar Delfzijl, in een bus werden we via Nieuweschans naar het kustplaatsje Norddeich en van daar naar het eiland Norderney gebracht. Daar moesten we beton storten. We hebben daar een behoorlijke tijd gezeten tot we met kleine kustvaarders werden overgebracht naar het haventje van Wangerooge.”

Barre omstandigheden

De omstandigheden waar de dwangarbeiders in moesten werken zijn vanaf het begin van de oorlog slecht. De heer Bob Veenstra uit Groningen: “wij hebben daar een slechte tijd gehad. Zwaar en ongewoon werk van ‘ s morgens tot s’ avonds. Op een keer vroegen we de voorman of we afgelost konden worden, maar daar kwam niks van in. Maar wij konden eenvoudig niet meer. Toen kwamen er soldaten bij met het geweer in de aanslag. Je stond als het ware voor een vuurpeloton. Maar ook al hadden ze me toen willen doodschieten, het interesseerde me niet, zo moe was ik. Toen kwam er een superieur die wel eens wilde zien waarom er niet gewerkt werd. Hij nam de zaak in ogenschouw en verdween weer even snel. Even later werden we afgelost en gingen we van cement naar zand. Achteraf realiseer je je dat je op dat moment ook dood had kunnen zijn.”

Zwarte dag

Op 1 april 1945 stellen de westerse geallieerden een plan op om, tegelijk met het veroveren van de havens Emden en Wilhelmshaven, ook de versterkte Oost-Friese eilanden aan te vallen. Het eiland Wangerooge krijgt wegens de strategische ligging voorrang. 25 april 1945 stijgen vanaf vijfentwintig vliegvelden in Zuidoost-Engeland 466 bommenwerpers en zestien tweemotorige jachtbommenwerpers op voor de laatste grote luchtaanval van de RAF op een doel in Duitsland. Van de 482 bommenwerpers worden er 266 bemand door de Royal Air Force, 196 door de Royal Canadian Air Force (RCAF) en achttien door de Forces Aériennes Françaises Libres (FAFL, de luchtmacht van de vrije Fransen). In totaal zijn er ongeveer 3.300 bemanningsleden aan boord van de geallieerde vliegtuigen, de toestellen hebben 2.176 ton bommen bij zich.

Joanna

De luchtaanval op Wangerooge kost aan 131 militairen, 21 dorpelingen en 121 dwangarbeiders het leven waaronder 48 Nederlanders. De overlevende Nederlanders willen zo snel mogelijk van het eiland weg. In de haven vinden ze vier kapiteins bereid om zoveel mogelijk van hen met hun boot naar Delfzijl te brengen. Als de Canadezen op 12 mei voor het eerst voet aan wal zetten op Wangerooge zijn de meeste Nederlanders al dagenlang weg, maar veel geluk hebben ze niet. De Joanna, een van de vluchtelingenschepen, loopt op 9 mei, in het zicht van de haven van Delfzijl op een mijn, slechts een enkeling overleeft de tocht.

Met dit verhaal in het achterhoofd loop ik de rest van de week toch net wat anders over het eiland. Ik heb er zelf voor gekozen hier te komen en ik mag hier weer weg wanneer ik wil. Dat lijkt zo vanzelfsprekend, maar dat is het dus niet.


(Met dank aan Peter Kimenai, TracesOfWar)

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Rotteroog (1)

Al heel lang had ik mijn zinnen gezet op een bezoek aan  Rottumeroog, ‘het zesde Nederlandse Waddeneiland’. In mijn hoofd

Lees verder

Warffum

Het waait en het hagelt. En alsof dat nog niet guur genoeg is hebben de kiezers in Nederland twee dagen

Lees verder

Norderney (2)

Zaterdag, de enige hele dag die we hebben op dit eiland, dus vroeg uit de veren. Nog voor de winkel

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Rotteroog (1)

Al heel lang had ik mijn zinnen gezet op een bezoek aan  Rottumeroog, ‘het zesde Nederlandse Waddeneiland’. In mijn hoofd het onbewoonde eiland waar ooit

Lees verder

Warffum

Het waait en het hagelt. En alsof dat nog niet guur genoeg is hebben de kiezers in Nederland twee dagen geleden een extreem rechtse partij

Lees verder

Norderney (2)

Zaterdag, de enige hele dag die we hebben op dit eiland, dus vroeg uit de veren. Nog voor de winkel om acht uur open gaat

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Reis mee met mijn Waddenreis van Texel tot Esbjerg