Dollard (1)

Er is nog een stuk dat niet mag ontbreken in het Nederlandse deel van de Waddenpuzzel die ik aan het leggen ben: Het gebied rond de Dollard. Als je de kaart van Nederland een kwartslag draait zie je pas goed hoe het IJsselmeer en het gebied rond de Dollard deel uit maken van het Waddengebied, dat op haar beurt weer onderdeel uitmaakt van een deel grotere delta.

Dit deel van Groningen dat de ‘graanrepubliek wordt genoemd, waar lange tijd herenboeren de dienst uit maakten en waar van de weeromstuit grote groepen arbeiders het communisme en anarchisme omarmden, kent ook uit landschappelijk oogpunt een enerverende geschiedenis. Dus gaan we door waar we vorig jaar gebleven zijn, terug naar Hongerige Wolf. Wat zonder auto overigens nog niet eenvoudig is. We beginnen onze reis in Groningen waar we op de trein naar Scheemda stappen omdat daar bij de plaatselijke fietsenmaker een paar elektrische fietsen gehuurd kunnen worden. De ontvangst is allerhartelijkst,  in het naastgelegen fietscafe annex fiets-informatiepunt worden we ook nog eens voorzien van koffie, broodjes en een routekaart voor we onze tassen op de fiets hijsen en via Blauwe Stad (waarover later meer) koers zetten naar Finsterwolde.

Pistool

In 1982 wordt hier de eerste en laatste CPN burgemeester van Nederland benoemd, de toen 31 jarige Hanneke Jagersma. Wat beweegt iemand om zowel lid van de Communistische Partij Nederland te willen zijn, als burgemeester te willen worden? Jagersma zegt daarover in een interview met het Voorwaarts, het blad van de Communistische Jongeren Beweging (CJB):  “De CPN heeft na de oorlog en vooral tijdens de koude oorlog vaak over zich heen gekregen dat het geen Nederlandse- of democratische partij zou zijn. Ze zou een pion van Moskou te zijn. Eind jaren ’70, begin jaren ’80 begon dat te veranderen. Toen er een burgemeestersfunctie vrijkwam in Finsterwolde, heeft de partij aan vier mensen gevraagd te solliciteren. De sollicitatie was een soort test om te kijken of de CPN als een democratische Nederlandse partij geaccepteerd zou worden bij burgemeestersbenoemingen. Natuurlijk is er geprobeerd mij in een kwaad daglicht te stellen. Ik heb het volgens mij nooit aan iemand verteld, maar toen ik voor het eerst in de burgemeesterskamer kwam, lag er een pistool in de bureaula. Mijn voorganger voelde zich blijkbaar onveilig in de omgeving van vreedzame CPN’ers en sympathisanten. Dat pistool heb ik toen naar de politie gebracht; ik zou niet uitsluiten dat die daar bewust neergelegd is om te kijken hoe de reactie zou zijn.”

Op zoek naar een supermarkt komen we langs de kerk. Wat opvalt is dat deze losstaat van de kerktoren, maar het zijn vooral de grote statige boerderijen en  Borgen die het dorpsbeeld bepalen. Van rode vaandels geen spoor.

Hongerige Wolf

Door naar  Hongerige wolf. Een rustig dorpje met een stuk of vijfentwintig huizen. Eens per jaar biedt het festival Hongerige Wolf  een podium aan jonge talentvolle professionele kunstenaars op gebied van muziek, dans, theater, film, beeldende kunst en literatuur. Drie dagen lang is er muziek op het Schapenveld, theater op de Waddendijk, dans in de bloeiende tuinen van bewoners. Maar vandaag is het dorp uitgestorven, en wij fietsen door, want hoewel het klinkt en eigenlijk ook wel voelt alsof Hongerige Wolf aan het einde van de wereld ligt, de trekkershut waar we zullen  overnachten bevindt zich nog net wat verder, tegen de dijk bij het zogenaamde Ambonezen bosje.

Ambonezen bosje.

Het bosje staat naamloos op de kaart, maar heeft een roerig verleden. Eerst wordt er in 1923 in een aantal Spartaanse barakken een groep werkloze arbeiders ondergebracht met de opdracht de CC-polder, genoemd naar Commissaris der Koningin Carel Coenraad Geertsema, uit de grond te stampen. Na de tweede wereldoorlog, de polder is inmiddels klaar, bergt de Nederlandse overheid er NSB’ers op. Met mensenrechten neemt de kampleiding het niet zo nauw. Het kamp is berucht. ‘Het gaat er ‘ruig’ aan toe’, zo berichten maatschappelijk werksters na hun bezoek. Zij rapporteren: De kampcommandant zou als hij Duitser was een Oberscharführer zijn. ‘Weerbarstige NSB’ers legt hij aan de ketting en hij schroomt niet brandende peuken op hun wang uit te drukken. Hij bindt 35 kilo granaten aan hun lichaam om ontvluchten te voorkomen’

Drama

Op 1 september 1953, arriveert weer een heel andere groep mensen in dit uiterste puntje van Groningen. Er worden ruim 300 gerepatrieerde Ambonezen in het voormalige -werk-kamp ondergebracht. Voor de schooljeugd in Finsterwolde is de komst van de Ambonezen een belevenis. Vooral ’s morgens als de mannen met getrokken sabel op appèl staan en het net lijkt alsof ze zo ten strijde zullen trekken. De Molukkers horen een beetje bij Finsterwolde. Af en toe geven ze acte de présence, treedt het Moluks fluitorkest op of speelt The Maluku Swingers Band. En op het voetbalveldje naast het kamp speelt het Moluks elftal tegen de plaatselijke club BNC en verliest krap met 5-3. De Molukkers hebben het naar hun zin in die uithoek bij de dijk en willen het liefst blijven waar ze zijn, maar Den Haag beslist acht jaar na komst anders. Ze moeten integreren, ze moeten opgaan in de Nederlandse samenleving. Andere Molukse kampen zijn al ontruimd. Vier dagen voor kerst 1961 vindt in de CC-polder een drama plaats. Dertig tot de tanden toe gewapende rijkspolitiemannen sommeren de Molukkers het kamp te verlaten. Zij dienen te verhuizen naar een nieuwbouwwijk in Foxhol, maar ze weigeren te vertrekken en trekken zich terug in de kerk die ze eigenhandig hebben gebouwd. De kampbewoners wensen geen verhuizing en geen integratie met de Nederlandse bevolking “omdat voor ons dan voorgoed de kans op terugkeer naar de Zuid-Molukken is verkeken.” Namens de vrouwen in het kamp overhandigt mevrouw Talorima een laatste verzoek: “Laat ons alstublieft hier blijven. Anders willen wij in een telegram de Koningin verzoeken ons allemaal hier in de kerk door een vuurpeloton te laten doodschieten.”

Tegen de vlakte

Zo ver komt het niet. De politie drijft de Molukkers ’met zachte hand’ uit de kerk en de Molukkers  stappen na een aantal spannende uren ’met tranen in de ogen’ in de bussen die ze naar hun rijtjeshuizen in Foxhol zullen brengen. Het houten dorp gaat tegen de vlakte. De twee en een halve hectare wordt volgeplant met snelgroeiend hout. De bomen zijn inmiddels zo groot dat onze trekkershut comfortabel in hun schaduw staat.

We halen de tassen van onze fietsen, drinken een kop thee op de veranda en genieten van het spectaculaire uitzicht op polder en dijk. Als je niet beter zou weten zou je denken dat dit altijd al het paradijs is geweest.

 (Met dank aan: ‘De verhalen van Groningen’)

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Fanø (3) 

De derde dag begint met regen. En niet een beetje regen, maar regen die ons naar de auto doet hollen.

Lees verder

Fanø (1)

Het traject met de trein via Groningen richting de Duitse en Deense waddenkust kan ik zo langzamerhand dromen. Nog niet

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Fanø (3) 

De derde dag begint met regen. En niet een beetje regen, maar regen die ons naar de auto doet hollen. Ik heb een hekel aan

Lees verder

Fanø  (2)

Ik ben vroeg wakker. Te vroeg om op te staan, de tas te pakken en het eiland op te gaan. Bovendien ligt Ruud, mijn broer,

Lees verder

Fanø (1)

Het traject met de trein via Groningen richting de Duitse en Deense waddenkust kan ik zo langzamerhand dromen. Nog niet eerder legde ik dezelfde route

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Reis mee met mijn Waddenreis van Texel tot Esbjerg