Ameland (1)

Op een kille morgen in het vroege voorjaar sta ik in een bushokje bij station Leeuwarden te kijken  naar een wat oudere man.  Hij zal ergens tussen de zestig en zeventig zijn, heeft een grote bos grijze krullen en een aanstekelijk leuke ‘wil ik ook hebben’ rugzak.

In de  tien minuten dat ik sta te wachten op de bus naar Holwerd, steekt hij inmiddels zijn derde sigaret op,  inhaleert diep, waarna hij zijn mond wagenwijd open laat staan. Gefascineerd kijk ik naar het rokende gapende gat. In de bus zijn er gelukkig andere dingen om naar te kijken, de vliegbasis, kerktorentjes die afsteken tegen een steeds  leger wordend landschap, de waddendijk die steeds dichterbij komt tot we er even voorbij Holwerd overheen rijden richting de boot naar Ameland.

Wadlopen

Een aantal decennia eerder neem ik ook de boot naar Ameland. Op 25 juni 1988, als de Jonge Socialisten in Friesland  een wadlooptocht organiseren van Holwerd naar Ameland. Ik durf het niet aan. ‘Wadlopen is leuk maar vraagt wel een zekere conditie’, wordt ons vooraf op het hart gedrukt, ‘als we eenmaal op pad zijn is er geen weg terug.’ Niet mee kunnen komen met de groep, iets ergers bestaat er die jaren niet. Sowieso, laat staan midden op het wad met opkomend water. Dus sluit ik me aan bij het groepje mensen dat de veerboot neemt om vast kwartier te maken in de kampeerboerderij (lees: drank gaat kopen, heel veel drank) Nu, meer dan dertig jaar later en inmiddels mijn angst overwonnen met een wadlooptocht van Lauwersoog naar Schiermonnikoog, kan ik mijzelf wel voor mijn kop slaan dat ik deze unieke kans toen heb laten lopen.

Aan het einde van de dag luister ik jaloers naar de stoere verhalen van de bemodderde club die het er wel op heeft gewaagd, waarna de aandacht al snel uitgaat naar de finale van het EK voetbal, want ‘we winnen’, dus het is feest!  Wat herinner ik mij verder van dat dit JS-weekend? Dat ik de volgende dag vroeg opsta om in mijn eentje met de fiets het eiland te verkennen, ook toen was ik blijkbaar al behept met eilandhonger. Dat ik de tijd vergeet, rechtstreeks naar de boot fiets, buiten adem mijn fiets  op slot zet om later per post het sleuteltje terug te sturen naar de  fietsverhuurder. Hij zal zijn hoofd hebben geschut,  toeristen…

Kluut

Aangekomen op Ameland herken ik weinig. Iedere boerderij lijkt inmiddels een kampeerboerderij te zijn, onmogelijk om vast te stellen in welke we 35 jaar geleden kampioen werden. Ik installeer mij in mijn huisje en zet een bescheiden wandelroute uit: bij Hollum de rietlanden in, ter hoogte van Ballum het strand op, bij paal acht er weer vanaf, dan via het dorp Ballum -boodschappen- door de polder terug. Als ik twee uur later bij Ballum daadwerkelijk het duin overklim, het oeverloze strand en daar achter de zee zie liggen, voel ik het letterlijk lichter worden in mijn hoofd, alsof er een sluier weggetrokken wordt. Dat is wat landschap met je kan doen. Door het vele water en riet tussen het  duin en de zee lijkt het net of ik niet aan het Noordzeestrand maar aan de Waddenzee sta. Dat gevoel  wordt nog eens versterkt door de vogels die ik hoor en zie: strandlopers, scholeksters, en is dat niet een kluut?

Wat me dit eerste verkenningsrondje over het eiland  opvalt; Ameland is veel minder dan Vlieland en Schiermonnikoog een park. Er zijn boerderijen, er zijn bedrijven, er wordt hier nog echt gewerkt en geleefd. Natuurlijk, ook op Ameland rukken de riante  (vakantie)villa wijkjes op, maar er staan ook nog overal stacaravans. Je treft er, verscholen achter groen en omgeven door rommellandjes, doorleefde nog niet kapot gerestaureerde  boerderijen, huisjes  en  schuren aan. Het eiland ademt hierdoor een prettig gevoel van vrijheid.  Laat dat in godsnaam  zo blijven denk ik, en onwillekeurig denk ik terug  aan een bezoek dat ik als gemeenteraadslid ooit bracht aan de oude ambachtsschool in Zwolle.

Goede bedoelingen

Het is bloedheet in de grote, geïmproviseerde woonkeuken. De groezelig gele muren zijn behangen met posters en krantenknipsels. Naast de grote houtkachel ligt een poes te slapen op een groot hakblok. Aan de grote eettafel zitten vijftien mensen aan koffie. De bewoners van het pand, herkenbaar aan hun ruige werkkleding, en hun  bezoek, mannen in pak waarvan de eerste jasjes over de stoelen gaan.

De karaktervolle oude school waar het gezelschap zich bevindt,  herbergt veertig werkplekken voor kunstenaars en kleine ambachtelijke bedrijfjes. De school is eigendom van een projectontwikkelaar die zijn lucratieve plan voor een groot en duur appartementencomplex op deze plek in het water zag vallen door de geluidshinderwet. Het spoor richting Groningen dat in een flauwe bocht om het gebouw krult blijkt een niet te nemen hindernis met als gevolg  jaren van leegstand, er zit geen raam meer in de sponningen als het pand drie jaar daarvoor wordt gekraakt.  De omwonenden zijn eerst een beetje huiverig.  Wat moeten we met al dat alternatieve volk? Tot ze zien dat er na jaren van verloedering scherven worden geveegd, nieuw glas in de sponningen wordt gezet.
 
Maar nu wil de projectontwikkelaar door. Geen appartementen in het complex, dan maar luxe kantoren, want aan kunstenaars valt voor heren met geld geen derde auto te verdienen. Ontruiming dreigt. Daarom zijn vandaag de politici gekomen. Vol goede bedoelingen. De afgelopen weken hebben ze met de buurtbewoners gesproken. De contracten er nog eens bij gepakt. Na veel wikken en wegen hebben ze ‘de functie van het nieuwe initiatief benoemd’ en deze functie vervolgens in een vergadering als ‘waardevol erkend’. Dit alles is vervolgens netjes opgetekend in een nota, waarin de intentie  wordt uitgesproken dat de tot nu toe gedoogde kraaksituatie te legaliseren. Dus alle reden om nu met de tijdelijke gebruikers te gaan praten, want er moet nu natuurlijk wel worden ‘ingekaderd’, het gebouw zal aan de ARBO eisen moeten voldoen, er moet een ‘volwassen bestuursstructuur’ komen, centrale verwarming, professioneel beheer, maar wat zullen ze blij zijn!
 
Er wordt deze middag veel gepraat maar weinig verstaan. Na hun aanvankelijke enthousiasme zijn de  politici zichtbaar teleurgesteld: de bewoners zijn helemaal niet blij. Ze willen helemaal geen grote verbouwing, bestuur of centrale verwarming, en al helemaal geen professioneel beheer. Het zou het leven van geven en nemen in de gemeenschap ernstig ontregelen. Het enige wat ze willen is rust en ruimte. Ze zeggen dat  hun droom in goede bedoelingen wordt gesmoord, met een stem waarin nu reeds de heimwee doorklinkt. Zoals kinderen spreken over het spannende braakliggende stukje grond in de wijk, voordat de gemeente het landje omheinde, egaliseerde, van doelpalen en wipkip voorzag en het bord ‘speeltuin’ boven het hek timmerde.      

Ruimte

Nederland wordt vol gepland. De tekentafel regeert. Het kleinste stukje grond is bestemd en beschreven.  Maar op Ameland lijkt nog een beetje ruimte te zijn. Ik loop door het weiland nieuwsgierig naar een schuur waar naast muziek ook een rokende kachelpijp het raam uit komt. Een man met een grote bos grijze krullen staat met open mond de dakgoot leeg te scheppen.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Rotteroog (1)

Al heel lang had ik mijn zinnen gezet op een bezoek aan  Rottumeroog, ‘het zesde Nederlandse Waddeneiland’. In mijn hoofd

Lees verder

Warffum

Het waait en het hagelt. En alsof dat nog niet guur genoeg is hebben de kiezers in Nederland twee dagen

Lees verder

Norderney (2)

Zaterdag, de enige hele dag die we hebben op dit eiland, dus vroeg uit de veren. Nog voor de winkel

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Rotteroog (1)

Al heel lang had ik mijn zinnen gezet op een bezoek aan  Rottumeroog, ‘het zesde Nederlandse Waddeneiland’. In mijn hoofd het onbewoonde eiland waar ooit

Lees verder

Warffum

Het waait en het hagelt. En alsof dat nog niet guur genoeg is hebben de kiezers in Nederland twee dagen geleden een extreem rechtse partij

Lees verder

Norderney (2)

Zaterdag, de enige hele dag die we hebben op dit eiland, dus vroeg uit de veren. Nog voor de winkel om acht uur open gaat

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Reis mee met mijn Waddenreis van Texel tot Esbjerg