Fanø (1)

Het traject met de trein via Groningen richting de Duitse en Deense waddenkust kan ik zo langzamerhand dromen. Nog niet eerder legde ik dezelfde route met de auto af. Op de vraag in mijn Wadden-nieuwsbrief ‘Wie wil er een keertje met me mee?’, is mijn broer Ruud de eerste die reageert.

Na wat heen en weer ge-app over wanneer – het eerste weekend van oktober- en de bestemming -een eiland waar je gezien het jaargetijde ook met slecht weer nog een beetje uit de voeten kunt- valt de keus op Fanø, het meest ver gelegen Deense waddeneiland, en daarmee ook het verst gelegen punt van mijn waddenexpeditie. Als je dan toch op pad gaat met iemand die een auto heeft, dan er ook maar van profiteren. Vanmorgen om zeven uur zijn we vertrokken, als we Leeuwarden uitrijden hangt er een lage ochtendmist over het land, het geeft het landschap iets mystieks.

Samen op vakantie

Eén keer eerder ben ik op reis geweest met mijn broer, veertig jaar geleden, hij 21, ik 16 jaar oud. Samen op fietsvakantie richting Frankrijk, mijn eerste ‘buitenlandse trip’. Ik had er het hele jaar voor gespaard en speciaal voor deze reis mijn eerste paspoort aangevraagd. In een koffer met oude papieren vond ik het schriftje terug waarin we om beurten verslag deden van onze belevenissen:

Half acht opgestaan, tent opgebroken en de fiets op richting Diksmuide. Een leuk plaatsje. Drie uur geweest, een stokbrood met jam verorberd, boodschappen gedaan, daarna fietsen we door richting Steenvoorde. Gisteren ontdekten we wat dorst was, vandaag hoe honger voelt. Een half stokbrood blijkt niet genoeg als je veertig kilometer moet fietsen. Aan het einde van de middag passeren we de Franse grens.’

Twee en een halve week trapten we in de bloedhitte onze volgeladen oer-Hollandse fietsen, terugtraprem, geen versnellingen, door de heuvels van Normandië. Onderweg ingehaald door toeterende auto’s, lachende bestuurders met een opgestoken duim uit het raam: ‘Hollandais, Hollandais…’

Frituur

Bij Groningen wordt het even drukker, daarna tot de grens vooral Duitse vrachtwagens. We volgen in grote lijnen dezelfde route als met de trein, Leer, Bremen, Hamburg en dan verder, maar zonder de charme van stations, en de attractie van het voorbij trekkende landschap. Daar waar de trein een passant op kousen en voeten is met bijbehorend privilege het landschap ook op haar mooiste en kwetsbaarste plekken te mogen doorkruisen, voert de autobahn met haar niet aflatende  stroom voortrazende auto’s langs een eindeloos lint van bedrijventerreinen en geluidschermen. We eten een cheeseburger in een wegrestaurant, bij de tweede stop rijden we toch nog maar wat verder, na een blik op de wederom 100% gefrituurde menukaart.

Op dat andere puntje…

Fanø is me niet helemaal onbekend, ik heb het eiland al gezien. Nou ja, heel in de verte dan. Afgelopen zomer was ik samen met Irma op Mandø, het veel kleinere buureilandje, alleen te bereiken bij laag water of per tractorbus. Vanaf de westpunt van Mandø lag Fanø als een groene oase in een verder grauw grijze zee naar ons te lonken. De Deense schrijfster Dorthe Nors beschrijft   in haar prachtige boek ‘Langs de kustlijn’ deze scène grappig genoeg  in omgekeerde richting. ‘Toen ik bij de Waddenzee woonde, stond ik vaak aan de zuid-punt van Fanø naar Mandø te turen. Dat kun je vanaf daar in zuidoostelijke richting duidelijk zien liggen. Grote zwermen vogels tuimelden er door de lucht. De luchtroute naar Mandø is vrijwel altijd open. Ik vroeg me dan wel eens af wat voor verrassingen je zou tegenkomen als je het in je hoofd haalde van de zuidpunt van Fanø naar Mandø te lopen. Af en toe leek het of zo’n tocht mogelijk was. Joost mag weten hoeveel mensen dat uit onwetendheid of zelfoverschatting in de loop der tijd geprobeerd hebben, dacht ik. Wat zijn ze daar niet tegengekomen aan prielen, slenken en geulen. Het ene moment wandel je op een vlak ondiep gedeelte, een paar uur later sta je tot aan je nek in het water of zit je gevangen op een zandbank met een zeehond’. Daar, op dat andere puntje, wil ik ergens de komende dagen ook staan.

Schoorsteen

Halverwege de middag rijden we Esbjerg binnen, nou ja, vanaf de grote weg rijden we eigenlijk linea recta de veerboot op richting Fanø, het lot dat Esbjerg deelt met Den Helder; er melden zich jaarlijks tienduizenden auto’s met toeristen maar niemand neemt de moeite om uit te stappen. De veerboot doet er slechts 15 minuten over. We staan zo strak ingeparkeerd dat uitstappen en rondkijken over de waddenzee er überhaupt niet inzit.  Dus parkeren we aangekomen op Fanø eerst de auto maar eens op de kade om te zien waar we precies zijn beland. Je kunt zien dat een deel van de kade bij hoog water onder water komt te staan. Voor ons op een zandbank in het haventje liggen twee zeehonden te slapen. Wadden! Daar achter een gigantische schoorsteen. Industrie? Het is de 250 meter hoge schoorsteen van de elektriciteit-centrale van Esbjerg, zo dichtbij, dat je er voor je gevoel zo naar toe kunt lopen.  Waar we dit weekend ook zullen komen, altijd en overal zien we de contouren van deze schoorsteen. Hij is niet eens lelijk, zoals ook de hoogovens van Tata steel niet alleen maar lelijk zijn, maar je gunt zo’n mooi eiland, die zeehonden, een ander decor.

Juiste rommeligheid

We zoeken ons verblijf op, de bovenverdieping van een huis aan de rand van Sønderho. Wanneer we onze tassen pakken, schieten voor ons twee reeën de duinen in. Even later lopen we op zoek naar een plek waar we iets kunnen eten het dorpje in. Leuke  straatjes, mooie eilandhuizen, de juiste rommeligheid. Sfeervol maar uitgestorven. Aan de hoeveelheid horeca te zien bruist het hier in de zomer, maar nu is op twee snackbars en een chique restaurant na alles gesloten. We eten fish and chips, dat kan er na alle Duitse frituur ook nog wel bij, en constateren dat er nog veel te ontdekken valt.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Baflo (2)

Voor mij op tafel ligt het verlanglijstje dat ik een jaar geleden noteerde bij de start van mijn zoektocht naar

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Fanø  (2)

Ik ben vroeg wakker. Te vroeg om op te staan, de tas te pakken en het eiland op te gaan. Bovendien ligt Ruud, mijn broer,

Lees verder

Baflo (2)

Voor mij op tafel ligt het verlanglijstje dat ik een jaar geleden noteerde bij de start van mijn zoektocht naar een nieuwe woonplek. Na ‘karakteristiek

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Reis mee met mijn Waddenreis van Texel tot Esbjerg