Het is een leuk idee, kijken of we deze zomer van het ene Duitse Waddeneiland naar het andere kunnen hoppen, maar ook op de Duitse waddeneilanden zijn de prijzen in het hoogseizoen flink de pan uitgerezen. Dus hebben we een appartement gehuurd in Husum, een klein maar fijn havenstadje in Ost Friesland.
Het landschap is hier even mooi maar voor de helft van de prijs. Het plan is niet alleen deze kant van de kust te verkennen, maar Husum ook als uitvalsbasis te gebruiken om de eilanden in de omgeving te bezoeken. Vandaag zitten we in de bus naar Nordstrand om vanaf daar met de boot door te reizen naar Pellworm.
Definitie
Nordstrand is in 1936 door middel van een dam verbonden met het vasteland, de polder Beltringharder Koog vormt sinds 1987 een tweede vaste verbinding. Toch noemen ze Nordstrand hier nog steeds een eiland. Net als Sylt. In Nederland zijn we strenger in de leer, het voormalige eiland Marken, ook door een dam verbonden met het vaste land, heet bij ons nadrukkelijk een schiereiland. Daarentegen mogen in Ost-Friesland de Halligen, bij hoogwater met water omringde terpen voor de kust van Nordstrand, nadrukkelijk geen eilanden genoemd worden. Een eiland, zo vinden ze hier, is pas een eiland als het is bedijkt. Zo kun je dus zelfs van mening verschillen over de definitie van het woord eiland, hoewel de omschrijving in de van Dale toch niets aan duidelijkheid te wensen overlaat: ‘Eiland; Aan alle zijden door water omringt land’.
We doorkruisen Nordstrand met de bus en zijn eerlijk gezegd blij dat we niet besloten hebben dit stuk te gaan lopen. De schaal van dit landschap leent zich voor voortbewegen met de auto, de bus, de fiets desnoods maar niet te voet. Uitgestrekte weilanden en graanvelden zo nu en dan doorsneden door een dijk.
Terpen en dijken
Het huidige eiland is een klein overblijfsel van het vroegere Nordstrand. Met tientallen kerken, kapellen en molens was het een dichtbevolkte streek. Tot een zware storm op 11 oktober 1634 de dijken doet breken en het eiland van de kaart veegt. Meer dan 1300 huizen en 19 kerken worden verwoest, meer dan 6000 mensen vinden de dood. In de jaren na de stormvloed verandert het grootste deel van het oude Nordstrand in het waddenlandschap dat nu vanaf de zeedijken rondom het eiland is te zien. Al direct na de overstroming vestigt een deel van overlevenden zich weer op de dijkresten en warften (oude terpen). Bij laag water hoeden ze vee op de droogvallende gronden, bij hoog water trekken ze zich terug op hun minuscule eilandjes. In het voorjaar van 1654, twintig jaar na de overstroming, begint de indijking van een eerste kleine polder die ‘Frederikskoog’ wordt genoemd. Er volgen nog drie polders waarmee bijna 2000 van het 21 500 hectare grote oude Nordstrand wordt herwonnen. De nieuwe polders worden steeds tegen de eerdere aangelegd, zodat zeedijken veranderden in de voor Nordstrand karakteristieke binnendijken. Het landschap doet me denken aan Zeeland, Noord-Beveland om precies te zijn.
Noord-Beveland
Ik zie me daar nog toeren met Jan Schuurman Hess, ik gezeten op de bijrijdersstoel van zijn autootje, Jan met een hand aan het stuur, met de andere voortdurend wijzend op bijzondere plekken in het landschap. Jan is journalist, maar dan wel van eentje van de oude stempel. Zo een voor wie het eigenlijke werk pas begint als het verhaal geschreven is, want zijn verhalen niet bedoeld om iets in beweging te krijgen? Jan heeft zijn hart verpand aan Kats, een 450 inwoners tellend dorpje aan de Oosterschelde. Terwijl hij mij zijn eiland laat zien vertelt hij me over het plan dat hij ontworpen heeft voor een hele serie nieuwe Waddeneilanden voor de Nederlandse en Belgische kust. Als Zeeuw weet Jan als geen ander dat het creëren van nieuw land verbindt. Niet alleen mensen onderling, het verbindt de mensen ook met het landschap. ‘Laten we daarom vanaf Texel voor de Hollandse, Zeeuwse en Belgische kust een open ketting van ten minste twaalf eilanden aanleggen die allemaal een specifieke functie krijgen, en elk verbonden worden met een Nederlandse provincie en waarvan iedere in Nederland ingeschreven burger van de overheid vijf niet verhandelbare obligaties op naam krijgt, van 1000 euro per stuk. Zo wordt iedereen bezitter van een stukje waddeneiland en voorkomen we dat het net als nu reservaten worden voor de happy few. De functies van de eilanden zijn veelzijdig; zij vormen een klimaatbuffer die ons in belangrijke mate zal beschermen tegen de stijging van de zeespiegel, maar het kunnen ook energie-eilanden worden met ruimte voor windmolens, zonnepanelen, waterstoffabrieken en biobrandstof centrales, of voedseleilanden met visteelt tuinbouw en veeteelt, etc, etc.’ Wat Jan betreft is het zonneklaar, de wereld is nog steeds maakbaar, maar dan zullen we wel de handen uit de mouwen moeten steken.
Nederlandse kolonie
Dat Nordstrand lijkt op Noord-Beveland is overigens geen toeval. Een aantal kapitaalkrachtige Nederlandse ondernemingen krijgt in 1667 van Hertog Friederich III carte blanche Nordstrand nog verder in te dijken. In ruil voor een geldbedrag en 1500 liter wijn, jaarlijks af te dragen aan de hertog, mogen ze aan de slag. Dat het gewonnen land voor de inpolderaars uit Nederland is, spreekt voor zich. Dit tot grote frustratie van de oorspronkelijke bevolking, die weigert mee te werken waarop de hertog ze onteigent: ‘Wer nich will dieken, der mutt wieken’. Zo vestigt zich een grote groep Brabantse dijkwerkers op Nordstrand die zich in de loop der tijd zullen omscholen tot landarbeiders en handwerkslieden. De aartsbisschop van Utrecht regelt naar goed oud-Hollands gebruik een pastoor en een schoolmeester voor weer een nieuwe Nederlandse kolonie.
Eilandgevoel
De bus rijdt verder, dijkje op, dijkje af. Volgens de toeristenfolders moet er op Nordstrand een (wadden)strandje zijn, er zijn mooie foto’s van, maar wij krijgen het niet te zien. Net zo min als we duinen zien, kwelders of andere natuur, Nordstrand is wat het is: uitgestrekt agrarisch cultuurlandschap. Nu heeft niemand gezegd dat Waddeneilanden gelijk staan aan natuur. Daar valt gezien de immer aanwezige menselijke hand ook veel op af te dingen, maar toch; voor ons heeft eilandgevoel ook te maken met je zintuigen, dat wat je ziet, voelt, ruikt. Ervaren dat je op een plek bent waar als het spannend wordt niet de mens maar de elementen de dienst uitmaken. Dat gevoel mist op dit vierdubbel bedijkte eiland een beetje. Maar kijk, daar is de haven al, de boot naar Pellworm, en is dat niet een café?