Je kunt er over twisten. Is, gerekend vanaf de Nederlandse kust, zandplaat Noorderhaaks ten zuid westen van Texel- in de volksmond beter bekend als de Razende Bol- het eerste echte Waddeneiland? Sommigen beweren van niet omdat de Razende Bol zich in de Noordzee zou bevinden, daar valt gezien de ligging iets voor te zeggen.
Anderen vinden dat er wel wat meer moet zijn dan een kale zandplaat voor je iets een eiland mag noemen. Omdat het 4 km² grote eilandje (gemeten bij hoogwater) onmiskenbaar haar bestaansrecht ontleent aan de dynamiek van het Waddengebied reken ik het mee. De plaat is ontstaan doordat het water uit de Waddenzee bij eb stuit op de opkomende vloed vanaf de Noordzee. De beide stromingen heffen elkaar op en het zand in het water bezinkt. Dit soort zandplaten verplaatst zich altijd. Zo lag een eeuw geleden op de plek waar nu de huidige Razende Bol ligt een andere zandplaat, Onrust. Onrust groeide aan het begin van de vorige eeuw aan Texel vast. Of de Razende Bol ook aan Texel vast zal groeien is niet zeker. De Razende Bol is ongerept. Mensen hebben er nooit ingegrepen en dat is in Nederland heel bijzonder.
Trein
Dus pak ik op een echte herfstdag samen met Isa de trein naar Den Helder, waar we overstappen op de veerboot naar Texel. Vanaf de veerboot kunnen we de Razende Bol al zien liggen, maar we willen natuurlijk dichterbij. Op internet heb ik gezocht naar een Texelse rederij die ons naar de Razende Bol kan brengen. Er lijken verschillende bootjes die kant op te varen, maar of ik nu klik op ‘zeehonden kijken’, waddentour, of Razende bol tocht’, uiteindelijk kom ik altijd uit bij dezelfde reder, die met zijn boot de Vrijheid een vaste ronde vaart met toeristen vanuit de oude vissershaven in Oudeschild.
Bruuzer
We zijn vroeg, dwalen eerst nog even over Texel voor we via de Hoge Berg neerstrijken bij het mooie haventje. Er waait een venijnige wind om mijn kale kop, daarom koop ik in een winkel met boot artikelen een blauw schippersmutsje waarmee ik er uitzie als een echte zeeman. We stappen in bij schipper Albert die er direct flink de vaart in zet. Hoewel even later blijkt dat het nog harder kan als naast ons de Bruuzer verschijnt, een speedboot met aan boord toeristen die dezelfde kant opvaart, alleen dan vijf keer zo snel. Waarom zou je twee uur door het Waddengebied dwalen als je die ene foto met jou en een zeehondje ook binnen een kwartier kunt maken? Ze varen hard om ons heen wat zorgt voor hoge golven en dat is, eerlijk is eerlijk, stiekem ook wel weer leuk.
Kort van geheugen
Na een half uurtje varen gaan we vlak voor de Razende bol voor anker. We mogen er niet op, want het eiland is een rustgebied voor zeehonden en vogels. Op nog geen vijftig meter afstand kijkt een dertigtal zeehonden nauwelijks op van ons bezoek. ‘Het is goed dat jullie niet zijn meegegaan met de eerste tocht van de dag’, zegt Albert. ‘De zeehonden hier zijn nogal kort van geheugen, dus iedere dag weer duiken ze bij ons eerste bezoek snel weg in de zee. Bij de tweede shift zijn ze ons gewend en blijven ze gewoon liggen. Vroeger voeren we hier als jochies gewoon met een bootje naar toe, gaat Albert verder, lopen in het grote niets, dat had toch iets.’
Vis
Albert heeft zijn hele leven gevist. ‘Maar er zit niet zoveel vis meer in de Waddenzee, en dat komt door die daar’, zegt hij, en wijst op de zeehonden, ‘die zijn met steeds meer en vreten alles op. Tot 1960 werd hier volop op zeehonden gejaagd, niet voor hun vacht of voor het vlees maar omdat ze vis wegvangen. Dat jachtverbod was toen terecht, er waren in het hele Waddengebied nog maar 4000 zeehonden over, als er een ziekte rondging soms nog minder. Wanneer we uit vissen gingen kwamen we soms tientallen dode zeehonden tegen. Maar dat zien we nu nooit meer, het lijkt wel of ze resistent geworden zijn voor al die ziekten. En als er al eens eentje verkouden wordt brengen ze hem met spoed naar de zeehondenopvang. Inmiddels is de populatie in het gebied van 4000 gegroeid naar 40.000, waarvan zo’n duizend op en rond de Razende Bol. Er blijft op deze manier geen vis meer over in de Waddenzee’.
Kokkels
Zelf vist Albert overigens al jaren op kokkels. Tot tien jaar terug mechanisch, maar na de deal over de opbrengst van het Waddengas -waarbij het Waddenfonds werd opgericht- zijn alle grote kokkelvissers met geld uit dit fonds uitgekocht. ‘Er mag alleen nog handmatig op kokkels worden gevist’. Bij de handmatige visserij worden de kokkels met behulp van een soort hark waaraan een net is bevestigd uit de bodem gezeefd. Dat gebeurt als het bijna volledig eb is en de wadplaten bijna droog liggen. ‘Zwaar fysiek werk, je bent altijd van huis, ik ben inmiddels 53 en opa, dus langzamerhand op zoek naar wat anders. Af en toe met toeristen naar de Razende Bol varen is dan zo gek nog niet.’
Wrakken
‘Dat klinkt als een relaxed bestaan, maar het kan rond de Razende Bol ook flink spoken, met enige regelmaat komen er schepen in moeilijkheden. Omdat de stromingen uit de Wadden- en Noordzee op dit punt tegen elkaar aan botsen, kan het hier heftig tekeer gaan. De bodem rond de Razende Bol ligt dan ook bezaaid met scheepswrakken’, zegt Albert half grappend, maar met een serieuze ondertoon. Fijn om te weten nu de wind zich steeds sterker doet gelden.
NIOZ
Voor de terugweg heeft Isa inmiddels een extra agendapunt aan deze dag toegevoegd. We voeren zoeven langs het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), één van de grootste oceanografische onderzoeksinstituten in Europa. Het NIOZ onderzoekt mariene systemen en integreert daarbij de voor het zeeonderzoek relevante natuurwetenschappen: natuurkunde, scheikunde, geologie en biologie. Voor Isa, die volgend jaar biologie gaat studeren in Groningen en haar zinnen heeft gezet op de master ‘marine biologie’ de gedroomde werkplek voor ooit. ‘Kan nooit kwaad om vast even te gaan kijken waar ze zitten’.
Gas
Goed idee, maar eerst maar eens aan de vaste wal zien te komen. De zee wordt ruwer, het rondspattende water hoger. Albert geeft gas en prikt de boeg van De Vrijheid recht in de golven. Houden we het droog?