Rottumeroog (1)

Al heel lang had ik mijn zinnen gezet op een bezoek aan  Rottumeroog, ‘het zesde Nederlandse Waddeneiland’. In mijn hoofd het onbewoonde eiland waar ooit Jan Wolkers en Godfried Bomans ieder een week in totale afzondering doorbrachten en daarmee toch een beetje de heilige graal van het Nederlandse Waddengebied.

Mythevorming

Wat meehelpt aan de mythevorming is dat het maar zeer beperkt voor bezoekers toegankelijk is. Staatsbosbeheer organiseert iedere zomer buiten het broedseizoen een beperkt aantal ‘expedities’ naar het eiland. Het is zaak  op het moment dat de jaarlijks verkoop voor deze expedities van start gaat snel te handelen, binnen vijf tot  tien minuten zijn alle beschikbare kaartjes vergeven. Vorig jaar greep ik er naast, dus dit jaar hebben we ons met vier ingelogde computers goed voorbereid, maar dat blijkt nog geen garantie voor succes. Alsof het een concert van Taylor Swift  betreft ligt de website van Staatsbosbeheer er binnen enkele minuten wegens overbelasting uit. Het is aan het doorzettingsvermogen van Irma te danken dat we op deze regenachtige augustusdag toch voor dag en dauw in de bus naar de haven van Lauwersoog zitten, waar we om klokslag half tien aan boord van de Noordster worden verwacht.

Spannend

Het was nog even spannend of de expeditie wel door zou gaan. Er is stormachtige wind en onweer voorspeld, het KNMI geeft code geel. Pas op het allerlaatste moment verschijnt het verlossende bericht op de website van Staatsbosbeheer dat we echt zullen vertrekken. ‘Ach die voorspellingen’, zal de schipper later zeggen, ‘daar kijken we natuurlijk goed naar, maar op het wad is alles anders. Die harde wind is juist een cadeautje, want blaast de lucht mooi schoon, de regen en het onweer zijn vandaag voor het vaste land.’

Rottum

Ter voorbereiding op deze dag heb ik de dagboeken van Jan Wolkers en Godfried Bomans weten op te speuren waarin ze schrijven over hun verblijf op het eiland. Tijdens het lezen blijkt echter al snel dat ik mij heb vergist. Bomans en Wolkers zaten helemaal niet op Rottumeroog maar op Rottumerplaat. Om de verwarring maar direct te benoemen: Rottumerplaat en Rottumeroog werden vroeger samen ook wel ‘Rottum’ genoemd.  Rottumerplaat ligt naast Rottumeroog. Daar waar Rottumerplaat met bomen en duinen alle kenmerken heeft van een echt Waddeneiland, heeft Rottumeroog juist meer van een kale (zand)plaat.  En dan ligt het Rottumerplaat van nu na een paar decennia ‘wandelen’ ook nog eens op de plek waar vroeger Rottumeroog lag, zodat je ook kunt beredeneren dat het Rottumeroog van nu het Rottumerplaat van toen is. Bent u daar nog? 

De Noordster

We moeten rennen als we arriveren in Lauwersoog. We zien ‘De Noordster’ weliswaar al liggen, maar moeten -in de gietende regen- toch eerst de hele haven rond voor we ons bij de rest van het reisgezelschap kunnen voegen, ‘en de boot wacht niet’. Het ruim van de Noordster vult zich met 25 passagiers, het past allemaal net. Boswachter Jaap Kloosterhuis doet een welkomstwoordje. ‘U gaat vandaag prachtige dingen zien, maar u gaat vandaag vooral heel veel wachten, want wie naar Rottumeroog wil moet geduld hebben. Eerst drie en een half uur heen, dan een uur tot twee uur wachten tot het water voldoende is gezakt om aan land te gaan. Na anderhalf uur op het eiland hetzelfde traject maar dan in omgekeerde richting. Dus eerst één tot twee uur wachten op hoog water, dan weer drie en een half uur varen… Maar waar kun je beter wachten dan op een boot midden op de Waddenzee? En nu kent u elkaar nog niet, is het allemaal nog een beetje onwennig, maar u zult zien, u gaat na deze dag samen op dit kleine bootje op weg naar dat piepkleine eilandje als vrienden uit elkaar’.

Zilte zoute wind

Even later varen we de haven van Lauwersoog uit. Varen op de Waddenzee voelt altijd weer als een cadeautje. De zilt zoute wind om je kop. Duizend tinten grijs, een enkel streepje blauw, de zon die haar plek opeist, de lucht  oranje kleurt, het water helder groen en blauw laat oplichten, dat overweldigende, permanent veranderende kleurenpalet verveelt nooit. De tocht van Bomans en Wolkers richting Rottum verliep overigens aanmerkelijk sneller. Zij vertrokken, net als de Noordster nog niet zo lang geleden, niet uit Lauwersoog maar vanuit de haven van Noordpolderzijl, de noordelijkste haven van Nederland net boven Warffum. Er is daar officieel nog steeds een haven, maar sinds Rijkswaterstaat de haven niet meer uitbaggert is nauwelijks nog mogelijk om hier aan te meren. Jammer, niet alleen omdat de vaarroute van Noordpolderzijl richting Rottum -op de dichtgeslibde haven na- in jaren niet zo goed is geweest, ook omdat het zo’n markante, idyllische plek is.

Voor anker

Na drie uur varen gaan we eerder dan verwacht voor anker. De schipper legt aan de hand van kaarten en satellietfoto’s uit dat hij een kortere route heeft genomen. ‘Dat lukt soms als alles meezit en je onderweg de juiste beslissingen neemt, maar het komt heel nauw. Ik ben eigenlijk de enige die in dit gebied vaart en bepaal zelf op basis van een verkenning vooraf waar ik op welk tijdstip wel kan varen en waar niet. De situatie verandert hier zo snel dat kaarten van een jaar oud als je ze vergelijkt met actuele satellietbeelden al weer verouderd zijn. Zelfs de voorspellingen van Rijkswaterstaat een dag voor vertrek kun je niet zomaar volgen, die zijn veel te algemeen, het komt hier echt aan op centimeters en minuten’. Het vervoer van werklieden en wadlopers naar dit gebied was jarenlang de broodwinning van zijn vader, sinds diens overlijden houdt de familie met vereende krachten het bedrijfje overeind.

Wachten

Het grote wachten kan beginnen. Het zal nog zeker twee uur duren tot het wad voldoende drooggevallen is om te voet het laatste stuk naar Rottumeroog te overbruggen. Maar als verspilde tijd voelt dat wachten allerminst, integendeel, het onder onze ogen langzaam veranderende landschap blijkt het hoogtepunt van de dag. Als we aankomen is het water nog de baas, het kolkt en golft dat het een lieve lust is. De takken die de randen van de vaargeul markeren lijken midden op zee te staan. Zeehonden zwemmen nieuwsgierig om de boot, om zich na verloop van tijd bij de bushalte te verzamelen, de plek waar het water als eerste land zal worden, ook wij zullen hier straks overboord en aan land worden gezet. Steeds meer vogels die zich melden, teken dat het niet lang meer zal duren voor de voedselbanken opengaan. En wij die net zo lang naar het water staren totdat we er over kunnen lopen.

Band

Natuurlijk zijn deze uren van wachten ook een goed moment om de rest van het reisgezelschap iets beter te leren kennen. De een is fotograaf, de ander bioloog, sommigen gaan het liefst lopend op pad, anderen doorkruisen het gebied liefst met een zeilboot. Maar stuk voor stuk zijn ze gek van de wadden. De boswachter heeft gelijk, dat schept een band.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Neuwerk (2)

Neuwerk is klein, het is maar drie vierkante kilometer groot. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen drieëndertig

Lees verder

Neuwerk (1)

Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast

Lees verder

Baflo (1)

Dit waddenproject loopt inmiddels drie jaar. Tijd voor een kleine tussenstand. De teller van het aantal bezochte Waddeneilanden staat inmiddels

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Neuwerk (2)

Neuwerk is klein, het is maar drie vierkante kilometer groot. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen drieëndertig mensen, de oostelijke kwelder hoort

Lees verder

Neuwerk (1)

Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast leuk, maar we zijn hier

Lees verder

Baflo (1)

Dit waddenproject loopt inmiddels drie jaar. Tijd voor een kleine tussenstand. De teller van het aantal bezochte Waddeneilanden staat inmiddels op eenentwintig. De aan de

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Reis mee met mijn Waddenreis van Texel tot Esbjerg