Rottumeroog (2)

Het water zakt, zakt verder, verdwijnt. Op de diepe, grillige vaargeul na waarin onze boot ‘de Noordster’ twee uur geleden voor anker is gegaan. Pas nu negentig procent van het water om ons heen land is geworden zien we hoe precies het er bij het varen in dit ondiepe gebied op aankomt. Tien meter naar links of tien meter naar rechts en de boot loopt vast.

Na twee uur wachten schat de schipper in dat we het er op kunnen wagen en plaatst de boot met de punt tegen het zand.  We klimmen met een klein trapje overboord, staan tot onze knieën in de zee en struinen naar de drooggevallen ‘bushalte’ voor een foto bij deze eerste halte op Rottumeroog. Dan beginnen we lopend en plassend door het water aan de laatste kilometer naar het eiland. Dat blijft uniek, tegennatuurlijk bijna, vanuit zee, vanuit het water langzaam op een eiland aflopen.  

Geschiedenis

In de verte wachten  twee stipjes, twee vogelwachters, de enige tijdelijke bewoners van het eiland, ons al op. Het eiland heeft een lange geschiedenis en is niet altijd onbewoond geweest. De naam Rottumeroog betekent: eiland (oog) van Rottum en wordt voor het eerst genoemd in 1354. Het eiland is dan voor het grootste deel eigendom van het Benedictijnenklooster te Rottum. In 1438 wordt voor het eerst ook gesproken over een nederzetting op het eiland. Een bewapend schip uit Hamburg plundert er de pakhuizen van Groningse kooplieden. Kaarten uit de 16e eeuw tonen zelfs twee nederzettingen, waarvan eentje met kerk. In 1594 komt Rottumeroog in handen van de ‘Staten van Stad en Lande’, een voorloper van de Provincie Groningen die het in twee delen verpachtten. Wel behoudt de provincie het recht van strandvond. Tussen 1608 en 1632 wordt een deel verpacht aan jonker Johan Sickinge van de Warffumborg, bij wie de armlastige provincie een lening heeft uitstaan. Er wonen in 1628 zoveel mensen dat er zelfs een schoolmeester wordt benoemd, maar daarna loopt het inwoneraantal snel terug. In de opvolgende periode wordt het eiland door verschillende particulieren gekocht en ook weer verkocht, tot het in 1738 opnieuw in handen komt van de provincie, vanwege de  belangrijke rol die het eiland inmiddels vervult bij de kustbescherming. In 1876 gaat het kostbare onderhoud en beheer over naar het rijk en  wordt er een ‘strandwaarder’ aangesteld die op het eiland woont en de titel ‘voogd’ krijgt. Jan Toxopeus woont als laatste voogd tot 1965 met zijn familie op het eiland.

Bomans en Wolkers

Niet dat wij als we door de modder op het eiland aanbanjeren overigens bezig zijn met de geschiedenis. We komen zintuigen te kort, voor ons is er alleen maar nu. Op het eiland verruilen we bij een paar bankjes onze natte schoenen voor droge. Voor we een rondje over het eiland maken, laten de twee vogelwachters ons hun eenvoudige onderkomen zien. Een idylle. Hoe zou het zijn om hier een paar weken, een paar maanden te verblijven? Godfried Bomans en Jan Wolkers proberen het in 1972 allebei een week op Rottumerplaat, het eilandje hiernaast. Twee totaal verschillende personen die hun tijd op het eiland ook totaal verschillend beleven, blijkt uit het dagboek dat ze allebei over deze periode bijhouden. ‘Ik ben niet zo’n natuurman’, begint Bomans. ‘Ik beschouw de natuur meer als de afstand tussen twee steden…. Het is natuurlijk allemaal heel indrukwekkend, wat je ziet, maar het zou  meer zijn als je dit met een ander delen kon. Hoe lang zou je dit kunnen volhouden zonder in geestelijke inteelt te verzanden? Ik denk dat voor een sterk iemand die met veel inhoud hieraan begint, een half jaar het uiterste is. Misschien brengt een heilige het verder, omdat die nog over andere kanalen kan beschikken. Toen de boot niet meer te zien was ging ik de tent in en knielde, net als vroeger. Ik weet niet of God bestaat maar ik deed het toch.’ Wolkers: De eenzaamheid is hier ontstellend indrukwekkend. Vooral om deze tijd van de dag als de zon ondergaat en je volkomen alleen zit op dit eiland, omringt door zee, in dat kouwe gelige licht dat er twee miljard jaar geleden ook al was en er over twee miljard jaar nog steeds zal zijn…Nu  gaan er ineens grote fuiken van duizenden vogels heen en weer zwermen. Alsof ze door de radar bestuurd worden. Levende action-painting tegen de groene lucht’

Gek gebied

Vanaf de vogelwachtershut lopen we  het hoogste duin op tot bij de Emder Kaap, een  21,5 meter hoog ijzeren baken. Eerder stonden er twee gietijzeren kapen op het eiland, opvolgers van houten kapen die elke twintig à dertig jaar vernieuwd moesten worden. De bakens werden geplaatst als baken voor de handelsvaart naar Emden en omgeving. In 1999 werd de huidige kaap 400 meter verplaatst omdat ze inmiddels met de voeten in het water stond. We proberen ons te oriënteren. Links Rottumerplaat, achter ons ‘Zuiderduintjes’, een zandplaat die bij Rottumeroog hoort, daar weer achter het vaste land van Groningen, de haven van Noordpolderzijl. Ruimte, ruimte, en nog eens ruimte. Tot je naar rechts kijkt en wonderlijk dichtbij de hoge hotels aan de boulevard van Borkum ziet staan. Alsof je er in tien minuten naar toe kunt lopen om een biertje te drinken. Wat is het toch een gek gebied

Groen…

We vervolgen onze wandeling over het brede strand, de harde wind zandstraalt onze enkels en raast ons om de kop. Iets dat je vaak vergeet als je achteraf naar de foto’s kijkt, dat het nooit, maar dan ook nooit stil is op een eiland. Wind, branding, vogels, een eiland is een levend organisme; wie op zoek is naar stilte kan beter naar een museum. Na een kilometer of twee en een korte pauze  steken we door naar de groene oase aan de andere kant van het eiland. Nou ja, groen…

De plantenrijkdom is enorm. Lamsoor, zeeraket, zeekraal,  planten die gedijen in zilt water. Tegen de duinen de laatste groep broedende meeuwen en lepelaars, de meesten zijn inmiddels uitgevlogen. We kijken, luisteren, proeven. En voor we het goed en wel in de gaten hebben zijn we na twee uur weer terug bij onze natte schoenen. Tijd om langer rond te stappen is er overigens ook niet, het water begint alweer te stijgen, wie nu niet vertrekt zal moeten blijven.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Neuwerk (2)

Neuwerk is klein, het is maar drie vierkante kilometer groot. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen drieëndertig

Lees verder

Neuwerk (1)

Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast

Lees verder

Baflo (1)

Dit waddenproject loopt inmiddels drie jaar. Tijd voor een kleine tussenstand. De teller van het aantal bezochte Waddeneilanden staat inmiddels

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Neuwerk (2)

Neuwerk is klein, het is maar drie vierkante kilometer groot. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen drieëndertig mensen, de oostelijke kwelder hoort

Lees verder

Neuwerk (1)

Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast leuk, maar we zijn hier

Lees verder

Baflo (1)

Dit waddenproject loopt inmiddels drie jaar. Tijd voor een kleine tussenstand. De teller van het aantal bezochte Waddeneilanden staat inmiddels op eenentwintig. De aan de

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Reis mee met mijn Waddenreis van Texel tot Esbjerg