Het heeft iets magisch. Van het duin afdalen naar het strand, vanaf daar van het eiland weglopen richting het grote niets, op dat ene bootje na dat als een stipje aan de horizon op ons ligt te wachten.
Gehaktbal
Het heeft ook iets vrolijks, zo’n plukje over het wad uitwaaierende mensen, wij mogen hier ook zijn, die gekke diersoort in fel gekleurde regenjacks hoort er ook bij, zolang ze zich maar bescheiden opstelt. Wanneer we bij de bushalte aankomen staat deze alweer tot zijn enkels in het water, met hetzelfde trapje waarmee we van de boot zijn afgedaald klimmen we er ook weer op. Aan dek gaan de modderschoenen uit, we spoelen ze goed uit in een teil met zoet water, anders gaan ze rotten. Tijd om warm te worden met boerenkool, een imposante vegetarische gehaktbal en een glas wijn. Het zal nog zeker een uur duren tot het water zo hoog staat dat we aan de terugreis kunnen beginnen, alle tijd om door te praten over dat wat we hebben gezien en te mijmeren over de toekomst van dit kleine eilandje.
Verplaatst maar niet verdwenen
Het ooit aanzienlijke eiland Rottumeroog met twee dorpen en een kerk is nu nog circa 250 hectare groot. In 2002 zijn alle maatregelen ter bescherming van de kust van Rottum gestopt. Het eiland speelt geen rol meer bij de kustverdediging, dorpen die zouden moeten worden beschermd zijn lang geleden al in zee verdwenen, het nieuwe beleid van Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer is dat je de natuur in dat geval haar gang moet laten gaan. Dit overigens zeer tegen de zin van Jan Toxopeus, de laatste strandvoogd van het eiland die zich tot zijn laatste snik tegen het teruggeven van het eiland aan de natuur heeft verzet. Het eiland kalft steeds verder af en zal te zijner tijd verdwijnen in de Westereems, zo werd gedacht. Vrijwilligers hebben dit proces zo lang mogelijk proberen te rekken, en niet zonder succes. Rottumeroog is na 20 jaar zonder kustbeheer nog altijd niet in zee verdwenen. Het verandert, het verplaatst zich, maar het blijft vrijwel even groot. Dat komt waarschijnlijk door de grote beschermende zandbank die om het eiland ligt. Op éénderde van de zeereep is deze oude stuifdijk weliswaar doorgebroken, maar deze doorbraak raakte na zijn ontstaan weer begroeid met pioniersplanten, en wordt tijdens stormen weer gevuld met vers zand. Het kustfundament is kortom niet aangetast; het zand is niet weg, maar heeft zich over Rottumeroog verspreid. Zo blijft het eiland voortdurend in beweging. Het lijkt erop dat het oude Rottumeroog stukje bij beetje verandert in een grote wadplaat met een dynamisch jong duinlandschap. Juist die dynamiek biedt kansen voor de natuur en maakt de Wadden zo uniek.
Rust
Niet alleen het eiland zelf, ook het water en de natuur rondom Rottumerplaat, Rottumeroog en het gebied ten zuiden van de eilanden worden vanaf 2005 met rust gelaten. Het is verboden om in het gebied te vissen op vis, garnalen en schelpdieren, ook de NAM mag ten zuiden van Rottumeroog en Rottumerplaat geen activiteiten ondernemen. Het winnen van de gasvoorraden in de nabijheid van de eilanden moet vanaf de Noordzee gebeuren. Het is een referentiegebied geworden, door geen enkele activiteit toe te staan kan de natuur zich ongestoord ontwikkelen en vergeleken worden met de ontwikkelingen in de rest van de Waddenzee.
Rozig
Na anderhalf uur is het water voldoende gestegen om de terugreis aan te kunnen vangen. Het begint weer te betrekken, een kwartiertje later klettert de regen alweer op het dek. We gaan naar binnen, worden rozig in het net iets te krappe, zuurstofarme ruim, delen ervaringen met onze reisgenoten en knijpen onze handen dicht over het weer. We zijn met regen vertrokken en zullen in de regen terugkomen, maar wachtend voor en lopend op het eiland scheen de zon. Af en toe klimmen we bij toerbeurt een half uurtje aan dek, waar je de golven hoort, de regen en de wind om je hoofd raast en de schemering langzaam over het Wad daalt. Langzaam komen de lichtjes van Lauwersoog dichterbij, de vuurtoren van Schiermonnikoog ontsteekt haar licht.
Stijging waterspiegel
Starend over het donker wordende wad lijkt het even of je deel uitmaakt van de eeuwigheid, water wordt land en land wordt weer water, een zeker weten dat dit altijd zo zal blijven. Maar zo zeker is dat niet. Niet lang geleden sprak ik Lutz Jacobi, inmiddels oud-directeur van de Waddenvereniging. Over mijn vraag wat zij ziet als de grootste bedreiging voor het waddengebied hoefde ze niet lang na te denken. ‘De dreigende stijging van de waterspiegel. Straks valt er niets meer droog. Weg waddengebied.’ De uitspraak van Lutz haakt zich in mijn hoofd aan de waarschuwing van oud rijksbouwmeester Floris van Alkemade in zijn boek De toekomst van Nederland: ‘Als we het over onze verantwoordelijkheid ten opzichte van klimaatverandering hebben, zeggen we vaak dat we aan onze kleinkinderen moeten denken. We kunnen er vrij zeker van zijn dat als we er niet in slagen de wereldwijde temperatuur stijging binnen de perken te houden, onze kleinkinderen in de toekomst ook nog veel aan ons terug zullen denken. De morele verontwaardiging die wij nu voelen als we terugkijken op het slavernijverleden, zal er bij in het niet vallen’.
Directeur
Directeur van de Waddenvereniging heeft me altijd een droombaan geleken, zeker toen ik hoorde dat de voorganger van Lutz deze droom ook nog eens wist te verdubbelen door op Terschelling te gaan wonen. Zoals een ander de trein pakt naar zijn werk nam hij iedere dag de snelboot van West-Terschelling naar het kantoor van de Waddenvereniging in Harlingen en weer terug. Toch weet ik niet -los van de vraag of ik het zou kunnen- of ik dat zou moeten willen. Ik ken mezelf, de kans is groot dat ik me zo vastbijt in de problemen en bedreigingen die op het gebied afkomen, dat ik er niet meer onbevangen van kan genieten. Dit ondanks het feit dat er mede door de oprichting van de Waddenvereniging juist heel veel slechte plannen ten goede zijn gekeerd. Zo was het eiland Rottumerplaat in de jaren vijftig oorspronkelijk een werkeiland voor Rijkswaterstaat. Vanaf hier zou een begin worden gemaakt met de beoogde inpoldering van de Waddenzee. Wie hoor je daar vandaag nog over?
Terug
Het is bijna half twaalf wanneer de Noordster afmeert in Lauwersoog. De laatste bus is al uren geleden vertrokken, niet veel later rijdt een taxi ons door het stille Groninger land richting ‘stad’.