Sylt

Met de trein naar een eiland, hoe gek wil je het hebben? De echte eilandervaring begint toch op een boot? Niet als je naar het Duitse Westerland gaat, naar het eiland Sylt. Een trein wordt natuurlijk nooit een veerboot, het tempo ligt hoger, een trein schommelt niet, je kunt niet even het dek op om het wad alvast te ruiken. Maar de mensen die op station Husum in de trein stappen geven ons met hun rugzakken, wandelschoenen en schepnetjes toch het lekkere ‘we gaan naar een eiland’ gevoel’. 

Nationaal stopcontact 

Het landschap dat we op weg naar Sylt doorkruisen lijkt op dat van Noord Groningen; vlak, veel groen, veel graan, met daarin windmolens, heel veel windmolens. Doen we in Nederland nog een poging die windmolens ordentelijk in het landschap in te passen, hier lijken de windmolens als gekleurde vruchtenhagel met de losse hand over het landschap te zijn uitgestrooid. En dan wordt er ook nog eens gewerkt aan een nieuw electriciteitsnet met kolossale hoogspanningsmasten, nodig omdat hier net als in het Groningse Eemshavengebied  de energie van windmolens op zee aan land wordt gebracht. Zo trekt een  gehavend agrarisch landschap aan ons voorbij, dat langzaam maar zeker aan het veranderen is in een nationaal stopcontact.

We passeren de terminal waar mensen die  de auto mee willen nemen naar Sylt hun vehikel op de trein zetten. Het is de enige mogelijkheid om met  de auto op het eiland te komen. En dan zijn we ‘los’, sjezen we over de dam het wad over. Het uitzicht is prachtig maar het ritje is kort, na een minuut of tien arriveren we op Morsum, het eerste van de drie treinstations dat het eiland Sylt rijk is.

Zandvoort

Station Westerland blijkt een echt station met een wachtkamer, een restauratie en een kiosk. We trakteren ons zelf op een grote koffie met een stuk koek en kijken ondertussen naar de grote  ‘schuin gewaaide’  groene figuren die op het stationsplein rondhangen alsof dit de doodnormaalste zaak van de wereld is en wij van een vreemde planeet komen.  

Ik koop een kaart van het eiland en even later lopen we langs een aantal grote hotel kolossen richting het  strand. Hier en daar verraden restanten van ooit oude statige gastenverblijven dat dit vroeger toch echt een karakteristieke  badplaats moet zijn geweest. Een beetje zoals Zandvoort voor het werd overspoeld door commercie en zich Amsterdam Beach ging noemen. Vol ongeloof kopen we bij de strandopgang een toegangsbewijs om het strand  te mogen betreden. Met ons kaartje op zak wandelen we over een houten vlonder die over de duintoppen is geconstrueerd. Je moet dan weliswaar betalen om de zee te mogen zien, waar anders kunnen dames  op hoge hakken hun strandstoel bereiken?

Strandstoel

Die  blauw witte strandstoelen zijn misschien wel  het symbool van Sylt. In de folders van het reisbureau figureren er altijd een of twee op een verder leeg  strand met vrij uitzicht op zee, ze vertegenwoordigen het ultieme eilandgevoel. In de het echt staan er geen twee maar honderden huurstoelen hutjemutje tegen elkaar aan gepropt, vanwege de windrichting ook nog eens met de kont naar de zee  met uitzicht op de onophoudelijk voortjakkerende mensenstroom. Toch maak  ik een foto van Irma in zo’n blauw witte stoel, zoals een Duitser in Volendam toch maar dat visserskostuum aantrekt. Mythes zijn er om in stand te houden, weten ze thuis veel.  

Rode klif

Dit deel van Sylt doet denken aan De Koog op Texel, voorheen in trek  omdat het er zo stil was, nu omdat het er zo druk is. We lopen een poosje over het strand. De zee blijft overal zichzelf maar het zand op het strand is hier anders, grover, waardoor het lastiger loopt, je zakt er in weg. Net als we denken dat deze eindeloze boulevard nooit meer op houdt, houdt het op. We klauteren verder over de toppen van het duin,  vanwege de spectaculaire duinafslag dat ook wel het rode klif wordt genoemd. Eten brood en kaas in een duinpan, uitzicht op van alles, slappe lach over van alles. Ligt daar niet een zeehond?

Optimaal gefaciliteerd 

Bovenop een hoog duin midden op het eiland bewonderen we  het uitzicht en zien we dat we het eiland met dit korte bezoek geen recht doen. We wandelen vandaag alleen over het toeristische middenstuk, terwijl uitgerekend Sylt een eiland is met hele verre uithoeken. Uithoeken waar het vast mooier en rustiger is. Even later passeren we Kampen, in Nederland een reservaat voor gereformeerden, hier voor de jetset. Snel het dorp weer uit dus, de duinen in. Haast me op het gênante af om snel een aanlokkelijk bankje te confiskeren met  prachtig uitzicht over duin, hei en wad. Haast die nergens voor nodig blijkt, gedurende de route zullen tientallen van dit soort bankjes volgen, natuurbeleving  wordt hier als toeristische topattractie optimaal gefaciliteerd. Nu is het ook echt een prachtige wandeling  en hoe  verder we lopen, hoe rustiger het wordt. Uiteindelijk is het niet een kudde toeristen maar een kudde schapen die ons de weg verspert. 

Herder

Altijd mooi om naar te kijken, een herder met haar kudde. Het oogt chaotisch en tegelijkertijd super gestructureerd, met in de hoofdrol de herdershond die precies doet wat hem wordt gezegd, nou ja wordt toegefloten. Ons pad eindigt op het strand, het waddenstrand wel te verstaan. Glinsterende modder zo ver het oog rijkt in duizend tinten grijs. Struinen langs en over het wad in de richting van Kreis, waar we nog wat willen drinken, maar dat zit er niet in. Vila’s zover het oog rijkt,  sociaal is het hier een uitgestorven boel. Dus lopen we maar naar het stationnetje waar na een half uur wachten de trein terug naar Husum verschijnt.

Vakantiekolonie

Onderweg maken we de balans op wat we vandaag nu eigenlijk hebben gezien. Een bij vlagen prachtig, maar ook super toeristisch eiland dat speciale aantrekkingskracht uitoefent op mensen met geld. Een kwetsbaar eiland ook, door de zee die er permanent tegenaan beukt, maar zeker ook door de toeristengolf die het eiland iedere dag weer overspoelt. Maar meest opvallende is misschien wat we niet hebben gezien. Geen boeren, geen vissers, geen scharrelende oudjes op een dorpspleintje. Er lijkt  geen normaal leven te bestaan op Sylt. Sylt is een vakantiekolonie. Je koopt er een kaartje om op het strand te mogen lopen. Zitten kan ook, in een blauw witte stoel, maar dan betaal je meer.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Neuwerk (2)

Neuwerk is klein, het is maar drie vierkante kilometer groot. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen drieëndertig

Lees verder

Neuwerk (1)

Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast

Lees verder

Baflo (1)

Dit waddenproject loopt inmiddels drie jaar. Tijd voor een kleine tussenstand. De teller van het aantal bezochte Waddeneilanden staat inmiddels

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Neuwerk (2)

Neuwerk is klein, het is maar drie vierkante kilometer groot. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen drieëndertig mensen, de oostelijke kwelder hoort

Lees verder

Neuwerk (1)

Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast leuk, maar we zijn hier

Lees verder

Baflo (1)

Dit waddenproject loopt inmiddels drie jaar. Tijd voor een kleine tussenstand. De teller van het aantal bezochte Waddeneilanden staat inmiddels op eenentwintig. De aan de

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Reis mee met mijn Waddenreis van Texel tot Esbjerg