Terschelling (1)

Het is druk op het havenplein in Harlingen, er heerst een uitgelaten stemming. ‘Je bent er bijna’, moedigt de tekst op de vrolijk wapperende Oerol vlag boven op de veerterminal ons aan. Na twee jaar afwezigheid van het festival in verband met Corona voelt dit toch als een klein wonder. We mogen weer! Samen met 1100 andere Oerolgangers zoeken we een plekje op de Friesland, het grootste schip van Rederij Doeksen. We haasten ons naar het bovendek, want wie wil er met dit mooie weer nu niet met zijn kop in de zon en de wind?

Oerol

Eerste keer

Mijn allereerste overtocht naar Terschelling maak ik op een veel kleiner bootje. Ik ben een jaar of veertien als ik op een zondagmorgen samen met mijn vader in de haven van Vlieland aan boord van het plezierjachtje stap dat ons naar Terschelling zal varen. Net als andere jaren brengen mijn ouders hun vakantie door op Vlieland. Op zondag verzorgt mijn vader er de dienst in de Nicolaaskerk, in ruil voor deze wekelijkse preekbeurt mogen ze deze zomerweken wonen in de pastorie. Ik ben een weekendje te  logeren en uitgerekend deze zondag  loopt het net even anders. Er staat een doopdienst op het programma, en zo’n bijzondere gebeurtenis laat je niet over aan een vakantie invaller van de vaste wal. Dus wordt voor deze keer de officiële waarnemer ingevlogenen, de dominee van buurgemeente Terschelling. Nou ja, ingevlogen, ingevaren dus, met de afspraak dat mijn vader deze zondag de diensten op Terschelling voor zijn rekening neemt. Het is een warme dag en na een tochtje over een rimpelloze zee, meren we na drie kwartier aan in de haven van de Terschelling. De dominee en de voorzitter van de kerkraad staan ons al op te wachten. Nadat we de dominee hebben uitgezwaaid vertrekken we met de auto naar Midsland voor de ochtenddienst. Later die middag volgt nog een middagdienst in Hoorn. In de tussentijd genieten we in een groot karakteristiek eilandhuis tegen de duinen, dat ik jaren later zal terugvinden in Oostereind, van een aangeklede lunch. 

Ik herinner me van deze trip enkel nog flarden, het zonlicht door de hoge ramen van de kerk, de rook van sigaren in de consistorie, maar één herinnering staat me echt nog haarscherp voor de geest. Als het gezelschap na de lunch onder het genot van een kopje thee de preek nog eens doorneemt, ben ik dismissed en knijp ik er tussenuit naar buiten. Snel loop ik de tuin door het  duin op, in de vaste overtuiging  aan de andere kant van dit hoge duin de zee te treffen. Eenmaal boven blijf ik teleurgesteld staan; achter deze duin blijkt nog een duin te liggen, en daarachter nog een en nog een en nog…. Tevergeefs klauter ik  het ene duin na het andere op,  ik wil en zal de zee.  Inmiddels weet ik dat de duinenrij hier minstens twee kilometer breed is, altijd als ik langs het huis fiets moet ik er nog even om lachen.

Vakanties 

Na deze trip wordt Terschelling  een constante in mijn leven. Geen vriendinnetje of ik neem haar vroeg of  laat mee naar Terschelling, kamperen op de camping van Staatsbosbeheer bij Formerum. Later, wanneer ik samenwoon met Anneke, Gundo, Nemo en Isa,  zijn er de meivakanties waarin we samen met het gezin van mijn broer Ruud en zijn vrouw Anna-Marjan stacaravans huren bij ‘Schroo’,  een caravanark dat wordt  bestierd  door twee broers die net als veel andere boeren op het eiland van koeien op toeristen zijn overgeschakeld.  Als ’s avonds de schemer valt, maken ze net als vroeger nog even een rondje over het land om te controleren of de hele -toeristen- kudde wel rustig op stal staat.  Ook in die tijd:  zomerse kampeervakanties op camping de Kooij, ’s morgens vroeg met Nemo het paadje langs het duinmeertje bij Hee af om broodjes te halen bij de Spar, krabben vangen met een mossel aan een touwtje.

Oerol

Maar bovenal is Terschelling voor mij/ons verbonden met Oerol, het jaarlijks terugkerend tiendaags cultureel festival in juni dat in 1981 voor het eerste werd georganiseerd door Joop Mulder, en inmiddels is uitgegroeid tot een van de grootste locatietheater festivals in Europa.  ‘Vroeger kon je tijdens Oerol voor de prijs van je bootkaartje genieten van meer dan 40 voorstellingen’, zal Hessel ‘de zingende kroegbaas’ later dit weekend nostalgisch terugblikken tijdens een optreden op zijn eigen podium in zijn eigen café de Groene Weide. En inderdaad, het festival is in de loop der jaren  van karakter veranderd maar daardoor niet minder leuk en interessant geworden. Op Oerol wordt nog steeds volop  geëxperimenteerd  door  jonge makers, terwijl er ook plek is voor gevestigde gezelschappen die er maar wat graag in première gaan. Oerol brengt het beste en het mooiste dat natuur en cultuur te bieden hebben op miraculeuze wijze bij elkaar, net als de andere  55.000 bezoekers kom ik ieder jaar weer zintuigen tekort. 

Indianen 

We verblijven dit jaar voor de vijfde keer op rij in een tipi tent op het erf van de  koeien- en schapenboerderij van Jaap en Albertine in Halfweg. Een heerlijk plekje met prachtig uitzicht op de dijk en de polder, maar het rijtje tenten is niet onomstreden. Andere campinghouders zien de tenten als oneigenlijke  concurrentie. ‘Je mag van een boerderij niet een camping maken’, zeggen ze dan, terwijl alle campings op Terschelling van oorsprong natuurlijk boerderijen zijn. De cultuur-historische vereniging ziet het rijtje tenten als een aantasting van het oorspronkelijke landschap, er is over geprocedeerd tot aan de Raad van State aan toe. Dat er in de Westerpolder van oudsher geen indianen wonen weet Jaap ook wel, maar volgens hem zit er ook een andere kant  aan het verhaal. De inkomsten van dat rijtje tenten maken het mogelijk net wat minder koeien en schapen te houden, waardoor er ook net wat minder druk op het land komt te liggen en dit  biologisch kan worden beheert. ‘Moet je zien, wat een bloemen, wat een kruiden, wat een vogels, en dat allemaal dankzij die tien tenten’. Wat een verhaal, denk ik bovenal, je zou er een Oerol-voorstelling over kunnen maken. 

Kopland

Terschelling komt langzaam dichterbij. Er klinkt muziek op het dek, Isa haalt koffie, een enkeling waagt zich vast aan een  biertje.  Op de enorme zandvlakte de Noordvaarder, de westpunt van het eiland, wordt de tribune  waar we ons vanavond zullen onderdompelen in strandopera ‘Kaapdiegoeiekoop’  steeds groter.  De komende dagen zullen we  over het eiland fietsen,  ons op de meest vreemde locaties laten verrassen. Zodat ieder  stukje eiland langzaam maar zeker wordt verbonden met een herinnering en een verhaal.  Daar boven op dat hoge duin bijvoorbeeld,  stond daar in grote letters niet die mooie regel van Kopland? ‘Niet de tijd gaat voorbij, maar jij en ik.’

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Neuwerk (2)

Neuwerk is klein, het is maar drie vierkante kilometer groot. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen drieëndertig

Lees verder

Neuwerk (1)

Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast

Lees verder

Baflo (1)

Dit waddenproject loopt inmiddels drie jaar. Tijd voor een kleine tussenstand. De teller van het aantal bezochte Waddeneilanden staat inmiddels

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Neuwerk (2)

Neuwerk is klein, het is maar drie vierkante kilometer groot. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen drieëndertig mensen, de oostelijke kwelder hoort

Lees verder

Neuwerk (1)

Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast leuk, maar we zijn hier

Lees verder

Baflo (1)

Dit waddenproject loopt inmiddels drie jaar. Tijd voor een kleine tussenstand. De teller van het aantal bezochte Waddeneilanden staat inmiddels op eenentwintig. De aan de

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Reis mee met mijn Waddenreis van Texel tot Esbjerg