Het eerste Waddeneiland waar ik voet aan wal zet is Texel. Ik ben een jaar of twaalf als ik samen met mijn vader, moeder, broer en zus de oversteek maak van Den Helder naar Texel, we zullen er de herfstvakantie doorbrengen in een huisje bij Den Hoorn.
Roombroodjes
Wat herinner ik mij van dat eerste bezoek? Roombroodjes bij de bakker in Den Burg. Zeehonden op de Razende Bol. Een bordkartonnen blote familie in een tentoonstelling over ‘puur natuur’ bij Ecomare, want hoewel je de puber die ik was van alles kon vragen over de wereldproblematiek, buiten zichzelf had hij nog nooit een mens zonder kleren gezien. In de jaren na Texel volgen al snel de andere Nederlandse (?) Waddeneilanden. Sindsdien betrap ik mezelf er op soms een beetje schamper over Texel te doen. Texel, dat is zo groot, dat kun je toch nauwelijks een eiland noemen… Maar mijn actieve Wadden herinnering begint wel degelijk bij het witte kerkje van Den Hoorn.
Paradijs
Daar fiets ik dus als eerste heen nu ik terug ben op het eiland. Op de boot heb ik mijzelf tot de orde geroepen, ik moet ophouden met het vergelijken van de plekken en eilanden die ik bezoek. Ik mag mijn hart dan hebben verpand aan Terschelling, daar kan ik de andere eilanden niet tegen blijven afzetten. Daarmee doe ik deze eilanden niet alleen onrecht, zo organiseer ik bovenal mijn eigen teleurstelling. Ik woon mijn halve leven al in Noord-Holland, ik ken veel mensen die, als het maar even kan, de boot naar Texel pakken. De kunst is deze dagen door hun ogen te kijken, er achter zien te komen wat zij zien, wat hen raakt. Wat maakt deze plek voor hen tot het paradijs? Want Texel is en blijft natuurlijk een van de mooiste plekken in mijn provincie. Zo rijd ik met de wind mee en vol goede wil Den Hoorn binnen, een lieflijk, zij het wat toeristisch dorpje, waar ik buiten het kerkje overigens weinig herken.
De Hoge Berg
Wel duidelijk te herkennen is de bult in de verte, ‘de Hoge Berg’. De Hoge Berg is niet alleen het oudste maar ook het hoogste punt van Texel. Het is de top van een vijftien meter hoge in een van de ijstijden gevormde keileembult, je vindt hem tussen Den Burg en Oudeschild. Die keileemlaag zorgt er voor dat het landschap van Texel sterk afwijkt van dat van de andere Waddeneilanden, die voornamelijk bestaan uit zand- en duingebied. De dikke keileemlaag maakt de bodem van Texel veel vruchtbaarder, waardoor het landschap zich anders heeft kunnen ontwikkelen. De met bomen begroeide oprijzende berg heeft iets mystieks in het verder vlakke weidelandschap. Als ik in een facebookpost van Arnold van Bruggen lees dat zijn broer Erik op het mooiste plekje van Texel begraven ligt, weet ik intuïtief dat dit ergens bij de Hoge Berg moet zijn.
Erik
Ik ken Erik van Bruggen al zeker vijfentwintig jaar. We zijn even oud en je zou kunnen zeggen dat we in de jaren negentig samen politiek zijn opgegroeid. Ik werk in die tijd voor de Jonge Socialisten in de PvdA, zoals altijd moet de PvdA weer eens dringend worden vernieuwd. Tot mijn grote vreugde wordt Felix Rottenberg, directeur van debatcentrum De Balie, voorzitter van ‘de partij’. Met Felix doen ook ‘zijn neefjes’ Lennart Booij en Erik van Bruggen hun intrede. Lennart en Erik lanceren de vernieuwingsbeweging ‘Niet Nix, waarmee ze interessante debatten organiseren, onderzoeksprojecten initiëren, en op zondag een per fax verspreid Vlugschrift de wereld insturen. Niet Nix zet zich af tegen de vastgeroeste partij-organisatie, maar net zo hard tegen de in hun ogen wat sleets geraakte Jonge Socialisten. De JS bakt er in hun ogen helemaal niets van. Bij de JS vinden we dat de ‘Niet Nixers’ vooral goed zijn in kabaal maken en het bovendien wel erg met zichzelf getroffen hebben. De poging van Lennart en Erik om na Felix Rottenberg zelf voorzitter van de PvdA te worden mislukt, waarna ze samen met Alex Klusman BKB oprichten, een goed en succesvol campagnebureau. De wegen van Erik en mij zullen elkaar daarna nog tientallen keren kruisen, zeker in de tijd dat we allebei spilfuncties vervullen in de campagnes van PvdA-kopstuk Lodewijk Asscher. Maar pas de laatste jaren, als Erik al ziek is en ik hem aarzelend vraag mee te denken over één van mijn projecten, lossen de vooroordelen langzaam op en ontstaat er wederzijds respect.
Dream out loud
Er blijkt zich een kleine intieme begraafplaats te bevinden op de zuidelijke uitloper van de Hoge Berg, naast de erebegraafplaats voor de tijdens de oorlog op het eiland omgekomen Georgiërs. Ik zet mijn fiets tegen het hek en nog geen vijf minuten later sta ik voor het met bloemen begroeide graf van Erik. Erik had altijd een grote groep mensen om zich heen die om zijn aandacht dongen. ‘Laat maar’, dacht ik dan. Maar nu ik hier helemaal alleen aan zijn graf sta, vind ik dat ik iets moet zeggen. ‘Dream out loud’ was je levensmotto Erik, en daar leefde je ook naar. Je koos je eigen pad, weg van de politiek, een eigen bedrijf, geen idee was te gek. Waar jij was, was optimisme, ‘het kan verdomme wel’. Toch meende ik soms ook iets van teleurstelling te proeven. Ik denk dat je het diep van binnen als jouw opdracht zag de PvdA te redden, de sociaal democratie nieuw leven in de blazen. En dat je het een onverdraaglijk idee vond dat van al je geslaagde projecten nu net dit ene project niet is gelukt. Het frustrerende van zo’n onmogelijke aan je zelf opgelegde opdracht herken ik maar al te goed. Ik was niet bij de grote herdenkingsbijeenkomst in Paradiso, die bijeenkomst waar alles en iedereen die er toe doet was en je de hemel in prees, tot oud-president Clinton aan toe. In zo’n entourage van zien en gezien worden voel ik mij niet thuis. Daar waar jij dag in dag uit mensen om je heen verzamelde, kleine dingen groot maakte, maak ik het liefst grote dingen klein. Hier voel ik mij dan ook meer op mijn gemak. De laatste keer dat ik je sprak, had je het over de vogels bij je huis in Friesland: ‘Die zijn zo prachtig mooi Gert-Jan’. Dat raakte me. Ik weet nog dat ik opgelucht dacht: Grote jongen veilig geland in kleine wereld. Dag Erik, bedankt voor alles.
Allerheiligenvloed
Texel is niet altijd een eiland geweest. Het wordt een eiland door de Allerheiligenvloed van 1170. Als gevolg van de ontginningen en ontwateringen is het land in de loop der tijd ingeklonken en lager komen te liggen. Een tijdelijke opwarming van het klimaat zorgt in die tijd voor grotere weerextremen. Het Noord-Hollandse landschap wordt ingrijpend gewijzigd door de catastrofale overstroming, waarbij duizenden mensen omkomen. Tijdens deze vloed ontstaan ook de eilanden Wieringen en Vlieland, en wordt het huidige Marsdiep als zeestroom, en de huidige Waddenzee en de voormalige Zuiderzee gevormd. Dat je het weet.
Oliepakken
Van de Hoge Berg is het nog geen tien minuten fietsen naar Oudeschild. In de haven tussen de tot restaurants en winkeltjes verbouwde pakhuizen heerst gelukkig ook nog de rommeligheid die bij een echte haven hoort. Vissers in oliepakken spuiten hun boten schoon, zich net als de kaasdragers in Alkmaar als geen ander bewust dat hun authentieke uitstraling een attractie op zich is. Er worden hier minstens evenveel toeristen als vissen gevangen, maar dat maakt het schouwspel niet minder mooi.