Vlieland (2)

Hoogstwaarschijnlijk spelen bij de vraag welk Waddeneiland je het mooist vindt persoonlijke herinneringen een grote rol. Zo zal voor Anneke, de moeder van mijn dochter, Vlieland altijd het eiland blijven waar ze als kind de zomervakantie doorbracht op camping Stortemelk. Een meisje van zeven, acht jaar dat in een tent slaapt, uit de tent het hoge duin over rent, om daar eindeloos te spelen op het strand en te zwemmen in de zee. Een ervaring die je voor altijd in je opslaat; Vlieland staat voortaan voor, zon, zand, zee, en vrijheid. Maar wat als Anneke’s moeder de boot naar Ameland genomen had?

Vliehors Express

De vorige keer dat ik hier was, voor Corona, toen je nog met vijfentwintig mensen in een strandbus mocht zitten, maakte ik een rit met de Vliehors express naar de Vliehors, een zandplaat aan de westkant van het eiland, ook wel de Sahara van het noorden genoemd.  By far de leukste attractie van het eiland. Lekker toeren over het strand, dwars over militair oefenterrein -kan best, in het weekend is er toch geen oorlog- helemaal tot het drenkelingenhuisje, waar de picknickmand tevoorschijn komt met koffie en wat sterkers. Met een beetje mazzel zie je er ook nog een paar zeehonden. Maar het mooiste zijn de gedichten die de banden van de Vliehors express achterlaat op het strand. ‘Breng gedachten vol verlangen naar het lege stille strand, schrijf ze duizend stille malen tussen duizend korrels zand’. ‘Leef op het ritme van de Zee’.

Waddendag

‘Leef op het rime van de zee’. Ik moet er aan denken door een uitspraak die ik vlak voor vertrek hoor tijdens de digitale ‘Waddentoogdag’, een jaarlijks treffen van alle bestuurders die iets met de Wadden te maken hebben. Uit een bevlogen bijdrage noteer ik de zin: ‘Waddenbewoners bewegen mee met de elementen’. Willen we dat niet allemaal, leven op het ritme van de zee, meebewegen met de elementen?

Je moet wat in Corna tijd, maar een digitale waddendag, dat kan eigenlijk niet. Vorig jaar reisden we met elkaar af naar Zwarte Haan, waar je het Wad kunt zien, aanraken, ruiken. Hoe mooi de filmpjes ook zijn die tijdens de digitale waddendag worden vertoond, mijn iPad ruikt naar niets. Toch log ik in, want door mijn lidmaatschap van het algemeen bestuur van het waddenfonds heb ik ook een plekje verworven in de bestuurlijke waddenwereld, en tijdens deze toogdag wordt de nieuw opgerichte Waddenautoriteit feestelijk geïnstalleerd. Er zijn ministers, de commissaris van de Koning spreekt een mooi openingswoord, gedeputeerden hebben het over ‘een zorgvuldig doorlopen proces.’  De nieuwe Waddenautoriteit moet een einde maken aan de bestuurlijke spaghetti in het Waddengebied, maar of het er met deze structuur eenvoudiger op wordt…

Hoe moeilijk kun je het maken

De nieuwe autoriteit is onafhankelijk, maar omdat de twee ministeries en de drie bij het Wad betrokken provincies formeel verantwoordelijk zijn voor het Wad, overleggen zij met elkaar om knopen door te hakken over alle gemeenschappelijke zaken waar de nieuwe Waddenautoriteit over gaat. En het blijft niet bij de komst van een nieuwe Waddenautoriteit. Er komt ook nog een zogenaamd Bestuurlijk Overleg Waddengebied bij en een Omgevingsberaad Waddengebied. Dat nieuwe bestuurlijke overleg is er voor het Rijk, de drie provincies, de kust- en eilandgemeenten plus de waterschappen. Daarin gaat het om ‘strategische besluitvorming’ voor het beleid dat er gevoerd wordt in het Waddengebied. Dan het Omgevingsberaad Waddengebied. Daarin bespreken en toetsen het Rijk en regionale overheden voorstellen voor nieuw beleid. Gebruikers van het Waddengebied, organisaties uit de gemeenschap en de Waddenacademie worden uitgenodigd om hier aan mee te doen.

Al die verschillende belangen, al dat gepraat, ik weet wel, dat is hoe het werkt in een democratie. Maar als het om het beschermen van de Wadden gaat, ben ik soms stiekem voor een dictatuur. Ik wil geen compromissen sluiten tussen ecologie en economie, kunnen we niet voor een keer gewoon met elkaar afspreken dat we ergens van afblijven? Hoewel een ander stemmetje in mijn hoofd dan toch ook zegt: Het Waddengebied is altijd in ontwikkeling geweest, meebewegend op de elementen, levend op het ritme van de zee, we moeten het gebied koesteren, maar het is geen museum.

Happy few

Mijn ‘huisje’ is gelegen achter de enig overgebleven snackbar op het eiland. Anneke vertelde me dat in haar kindertijd een bezoek aan Vlieland traditiegetrouw werd afgesloten met een ‘snack-safari’. Hier een patatje, daar een kroket, bij iedere snackbar in de Dorpsstraat werd iets besteld, er waren er minstens vijf. Maar Vlieland is veranderd. Snackbars maakten plaats voor dure restaurants en natuurvoedingswinkels. Je mag al lang blij zijn dat je er überhaupt nog een kroket en een frikandel kunt scoren. Nu was Vlieland altijd al een beetje het eiland voor de happy few. Op Vlieland geen stacaravans of bescheiden strandhuisjes; het bungalowpark tegen het Noordzeestrand bestaat overwegend uit dure villa’s die in Bloemendaal of Bergen aan Zee niet zouden misstaan. Alleen de twee campings vallen een beetje uit de toon, hoewel de tenthuisjes en de Waard tenten aldaar meer iets zeggen over stijl dan over budget. Zoals Vlielands festival ‘Into the great wide open’ een leuk alternatief feestje is, maar wel exclusief voor hen die zich een kaartje kunnen veroorloven.  Of zoals een recensent in de Volkskrant schreef: ‘Mijn enige negatieve punt is dat Vlieland hard op weg is om een dependance van Laren te worden. De nieuwste boetiekjes en restaurantjes in de Dorpsstraat lijken zo uit het Gooi te zijn overgeplaatst. Het charmante badhotel Bruin waar Jacques Gans een deel van zijn lever heeft weggedronken is nu een modern gestyled loungehotel met vreemde, uit een strandspecial van VT Wonen gekopieerde meubels en lampen. De kleren die je in de Dorpsstraat kunt kopen zijn zo bekakt dat als je ze aantrekt gelijk wordt gevraagd van welk bedrijf je de CEO bent.’

Windmolens?

Is meebewegen op het ritme van de zee ook meebewegen met de tijd? Vlieland wil zelfvoorzienend worden als het gaat om energie. Een mooie ambitie. Maar hoe en waar wek je energie op als je eiland voor 98% uit beschermd natuurgebied bestaat?  De mensen in het dorp hebben bedacht dat dit met twee windmolens kan aan de oostkant van het eiland.  De provincie voelt er niets voor. Horizonvervuiling. Heel even denk ik als ik over het bedrijventerreintje aan de oostelijke kop van het eiland loop, waarom ook niet? Dan bedenk ik hoe de twee windmolens het aanzien van het eiland ingrijpend zullen veranderen. Nooit meer turen of je dat kleine rode vuurtorentje al ziet, omdat je aandacht naar twee grote windmolens getrokken wordt. Toch maar niet. Vier kilometer uit de kust van Texel worden interessante experimenten gedaan met golfenergie, niet te zien, niet  schadelijk voor de natuur, dat lijkt me beter.

Code rood

Het is het koudste weekend in tien jaar. Het KNMI roept code rood uit. Ik trek alles aan wat ik bij me heb  en begin te lopen richting het westen. Voel de snijdende oostenwind in mijn rug en aarzel of ik met dit weer wel helemaal door kan lopen naar de kroonpolders, het Posthuis, mijn voorgenomen doel voor deze ochtend. Ik moet tenslotte ook nog terug.  Af en toe draai ik mij om en probeer hoe het voelt om tegen de oosterstorm in terug te lopen. Niet best. Als de veter van mijn schoen losschiet zijn mijn handen zo koud dat ik hem niet meer weet te strikken. Na vijf minuten zwaaien met mijn armen lukt het gelukkig alsnog, maar dit moet niet nog een keer gebeuren. Toch maar omkeren dus. Mijn plan om door de duinen terug te lopen mislukt, wat ik ook probeer, telkens weer loop ik me vast, word ik omringt door water. Door het bos dan maar, vier vrolijke dames stapelen er hout op de kar van een tracker; ‘Kom je ons helpen, we hebben nog wel een paar handschoenen over?’ Terug bij het huisje zijn mijn vingers zo koud dat ik sleutel niet meer rond gedraaid krijg in het slot.

Ingesneeuwd

De winter heeft Nederland in zijn greep. Insneeuwen op een Waddeneiland leek me altijd een droom, maar nu deze droom werkelijkheid dreigt te worden heb ik er helemaal geen zin in. Dit huisje is geen plek om te blijven. Te koud, te vies, geen WiFi. Ik schuif het probleem een dag voor me uit en boek een kamer in een (te) duur maar warm hotel.  De volgende dag besluit ik mij toch aan de terugreis te wagen, maar nog maar net op de boot wordt duidelijk dat er ook vandaag in het grootste deel van het land geen treinen en bussen zullen rijden. Zelfs het aanbod van het thuisfront om me bij de haven op te komen halen met de auto leidt tot niets. ‘Sorry, hier in Alkmaar komen de auto’s niet eens de brug op, laat staan dat ik de afsluitdijk over kom’. In Harlingen dendert de sneeuwstorm in alle hevigheid over de kade. Het enige treintje dat vandaag rijdt gaat naar Leeuwarden. ‘En verder gaat u echt niet komen’, waarschuwt de machinist. Ik zie mezelf in het raam en moet lachen, als we even later door het witte landschap rijden voelt het leven licht en zorgeloos. Meebewegen met de tijd. En de elementen….

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Neuwerk (2)

Neuwerk is klein, het is maar drie vierkante kilometer groot. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen drieëndertig

Lees verder

Neuwerk (1)

Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast

Lees verder

Baflo (1)

Dit waddenproject loopt inmiddels drie jaar. Tijd voor een kleine tussenstand. De teller van het aantal bezochte Waddeneilanden staat inmiddels

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Neuwerk (2)

Neuwerk is klein, het is maar drie vierkante kilometer groot. Het hele eiland wordt door dijken beschermd. Er wonen drieëndertig mensen, de oostelijke kwelder hoort

Lees verder

Neuwerk (1)

Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast leuk, maar we zijn hier

Lees verder

Baflo (1)

Dit waddenproject loopt inmiddels drie jaar. Tijd voor een kleine tussenstand. De teller van het aantal bezochte Waddeneilanden staat inmiddels op eenentwintig. De aan de

Lees verder

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Reis mee met mijn Waddenreis van Texel tot Esbjerg