Buiten in de eerste lentezon. De stilte hier is een attractie op zich. Maar hoe meer ik de stilte op mij in laat werken, hoe minder stil het blijkt. Vogels zingen tot zover het oor rijkt. Ergens mekkert een schaap, een hommel probeert zijn nieuwe vleugels uit. Een vredig tafereel, en dan te bedenken dat het niet veel heeft gescheeld of Ameland was een marinebasis geworden.
Royal Navy
In de zomer van 1914, de Eerste Wereldoorlog is net begonnen, stuurt een admiraal van de Royal Navy een notitie – ‘most secret’ – aan de Britse minister van Marine, Winston Churchill. Er wordt gezocht naar ‘offensive action’ tegen Duitsland en een van de plannen is het creëren van een uitvalsbasis in de Noordzee. Er is een lijst opgesteld van acht geschikte plekken, met op nummer één: Ameland.
De notitie beschrijft uitgebreid de condities op en rond Ameland: de breedte en diepte van het Amelander gat , de ligging van de haven en de mogelijkheden voor verdediging van het eiland. Er is maar één nadeel: Nederland heeft direct bij de uitbreken van de oorlog verklaard geen partij te zijn. Inname van Ameland zou een brute inbreuk zijn op deze neutraliteit. Maar, noteert de admiraal, de noordkust van Nederland ligt behoorlijk ver van Ameland: artillerie-aanvallen vanaf de kust worden pas gevaarlijk als de Nederlanders zwaar geschut ter plekke hebben en dat is nog niet het geval. Terschelling moet goed in de gaten worden gehouden: met de ‘regular ferry’ zou door de Nederlanders materieel verscheept kunnen worden, dus deze veerdienst moet direct onschadelijk worden gemaakt. Hetzelfde geldt voor de Amelander veerdienst, maar, zo merkt de admiraal op, die vaart uitsluitend bij hoog water, dus als we Ameland willen innemen, ‘it should be prompt and in the nature of a surprise’.
Churchil baalt
Churchill is buitengewoon ingenomen met het plan. Hij ergert zich aan de neutraliteit van Nederland: het kleine land zou naar zijn mening een bondgenoot moeten zijn in de oorlog tegen Duitsland. Zo niet, dan is het innemen van Ameland als noodzakelijke uitvalsbasis voor de Britten volkomen gerechtvaardigd. Toch krijgt dit plan niet de voorkeur van de militaire top van de Royal Navy. Het innemen van Ameland zou leiden tot ‘great anxiety’. En de Nederlandse oorlogsvloot is ‘not to be despised’ – niet te minachten. Als de Engelsen Nederland te vriend zouden houden, kunnen ze wellicht de havens van Ameland en andere Waddeneilanden gebruiken. Maar als de Engelsen Nederland zouden schofferen met deze aanval, zou de strategische ligging juist een risico zijn: Nederland zou vrijwel zeker zijn grote buurman Duitsland om hulp vragen. Zeer tegen de zin van Churchill wordt het plan afgeblazen.
Tunnel
Overigens zijn het niet alleen de Engelsen die het op de veerboot naar Ameland hebben gemunt. ‘Om ook in 2030 nog de Waddeneilanden te kunnen bereiken, zijn onorthodoxe maatregelen nodig’, maakte Rijkswaterstaat in 2019 bekend op een bijeenkomst over de bereikbaarheid van het Waddeneiland in het Friese Dokkum. Een tunnel bijvoorbeeld. Rijkswaterstaat ziet een tunnel onder de Waddenzee tussen Holwerd en Ameland als de beste optie om het eiland bereikbaar te houden. De route over het water slibt steeds sneller dicht. Er moet doorlopend worden gebaggerd om de vaargeul open te houden. Rijkswaterstaat denkt dat de aanleg van een tunnel ‘een serieuze oplossing’ kan bieden, zegt een woordvoerder. Gedacht wordt aan een treintunnel tussen Holwerd binnendijks en Nes op Ameland. Vrachtwagens, auto’s en passagiers zouden ondergronds naar het eiland worden gebracht. In de vaarroute is al een bocht afgesneden en er zijn plannen om nog een bocht uit de geul te halen om de doorvaart te bevorderen. ‘Maar dit zijn tijdelijke oplossingen. Het natuurlijke systeem van stroming in de Waddenzee verplaatst grote hoeveelheden zand en slib. De veerdienst kampt nu al geregeld met vertragingen, omdat er langzamer moet worden gevaren vanwege ondiepten’. Het plan wordt nog voor de spreker goed en wel is uitgesproken van tafel geveegd. De veerboot staat symbool voor het eilandgevoel, dat mag nooit en te nimmer verloren gaan. Of, zoals een van de aanwezigen het treffend samenvat: ‘We blijven gewoon lekker aanmodderen’.
’t Oerd
Het is acht uur in de ochtend, de kerkklok luidt in Hollum, tijd om aan het werk te gaan, ondanks een niet al te beste nacht. Terwijl buiten de lente losbarst zet ik mij aan het werk. Het is twaalf uur in de middag, en weer luidt de kerkklok in Hollum, tijd om te schaften. Ik neem een boterham met pindakaas en een banaan, nog een uur dan mag ik naar buiten. Als ik eindelijk op de fiets zit, voel ik mijn kop verbranden in de eilandzon. Het petje dat ik bij me heb zou ik moeten opzetten maar doe ik niet, want ik wil het voelen, laat de zon mijn kop maar onderhanden nemen. Bij strandovergang Nes pik ik Danielle op. We trappen door naar het andere eind van het eiland, natuurreservaat ’t Oerd, waar we bovenop het hoogste duin van Ameland een werkelijk adembenemend landschap op ons in laten werken. Dit zijn de wadden op z’n aller, aller allermooist. Wat ik van de rest van het eiland moet vinden weet ik nog niet, maar de beide uiteinden zijn wonderschoon, het panorama dat zich vanaf de Oerdblinkert voor ons ontrolt, behoort tot het mooiste dat ik ooit heb gezien. Midden in dat panorama honderden meeuwen die zijn neergestreken om te broeden. ‘En dan te bedenken dat er meeuwen zijn die broeden op de daken in Overstad’, zegt Danielle, als ik meeuw was en kon vliegen dan wist ik het wel, dan ging ik echt niet op een bedrijventerrein in Alkmaar zitten.’ ‘Onze boot ligt ook midden in dat lelijke Overstad, memoreer ik, en wij kunnen net zo goed overal heen.’ Het is inmiddels acht uur in de avond, de kerkklok luidt in Hollum, de dag zit er op.
‘Polderaar’ en ‘indammer’
De Wadden zijn een getijdengebied. Als het moest, zou ik tot mijn laatste snik knokken tegen het indammen, laat staan inpolderen van ook maar het kleinste stukje Waddenzee. Hier hebben de elementen het voor het zeggen, afblijven! Dat heeft ook iets geks, want karakterologisch ben ik juist een echte polderaar, iemand die alles doet om het leven met doordachte ingrepen in goede banen te leiden, te kanaliseren, onder controle te houden. Een echte indammer ook, altijd bezig een dijkje aan te leggen van a naar b, en dan maar eens zien of er vruchtbare grond wil aanslibben. Als iemand het leven nu juist niet neemt zoals het komt maar iedere dag bezig is zijn leven meter voor meter te ontginnen ben ik het wel. Misschien is dat wel de les die ik tijdens deze reis te leren heb: Ik moet helemaal niet vechten tegen de elementen, ik moet proberen er deel van te worden.