Het eerste wat we doen als we aankomen in Cuxhaven is op zoek gaan naar de haven. Cuxhaven is vast leuk, maar we zijn hier omdat we het eilandje Neuwerk willen bezoeken.
Gekkenwerk
Neuwerk stond voor afgelopen herfst al op onze planning, maar het wachten was toch op de zomer, buiten het seizoen vaart er geen boot. Overigens kun je in het seizoen onder begeleiding van een gids ook te voet naar het eiland, drie uur tijd voor negen kilometer, dat is te doen. Bij laag tij is het zelfs te bereizen met paard en wagen, maar we zijn hier maar twee dagen en willen niet het risico lopen dat zoals bij Sudfall de paardenrit- of wadlooptocht door slecht weer of overboeking geen doorgang kan vinden. Daarom openen we direct nadat we onze spullen in het appartement hebben gestalt de jacht op kaartjes voor de boot. Een beetje gekkenwerk is onze onderneming wel, blijkt als we het kantoortje van de reder in de haven gevonden hebben. Neuwerk ligt hemelsbreed zo’n vijftien kilometer van Cuxhaven, maar het tij stelt zo haar eisen: we kunnen overmorgen om 15.30 met de boot heen, dan zijn we er om18.00 uur, en vaart de boot om 20.00 uur weer terug. Twee keer twee en een half uur varen voor een bezoek van twee uur. Maar dan kunnen we wel een felbegeerd eilandje van ons lijstje afstrepen.
Zeeschepen
Met de boot zelf is overigens niks mis, blijkt als we twee dagen daarna aan boord stappen, maar erg in trek is hij niet. We zijn met niet meer dan 15 passagiers, kan dat wel uit? Wel duidelijk een ander type reiziger dan gisteren op de boot naar Helgoland; de vrouw van een wat ouder stel draagt een trui waarop de kenmerkende toren van Wangerooge, ook eilandverzamelaars? Nog maar net op weg worden we links en rechts al gepasseerd door gigantische zeeschepen. De kapitein benoemt alle kenmerken van de passerende schepen door de speaker en vertelt dat ze vroeger zelf ook op zo’n enorm slagschip gevaren heeft. ‘We bevinden ons op een van de drukste scheepvaartsnelwegen van Europa, het traject dat de Noordzee verbindt met de monding van de Elbe en de even verderop gelegen haven van Hamburg.’
In tijdnood
Het waait stevig op het dek, waar zon en regen elkaar af wisselen. We passeren een zandbank met zeehonden -blijft bijzonder- en ontwaren na dik een uur varen de eerste contouren van Neuwerk. Eerst een paar losse groene plukjes, met op een van die plukjes iets dat op een toren lijkt, plukjes die hoe dichter we naderen aaneengroeien tot een geheel. Wanneer we wat dichterbij gekomen zijn, zien we dat er naast Neuwerk nog twee kleine eilandjes liggen, Scharhorn en Nigehörn. Na dik twee uur maakt de boot een bocht en draaien we van de grote diepe vaargeul af richting het kleine, met stokken aangegeven haventje. Op de kop van het eiland een groot modern kustbaken, omgeven door koeien en paarden als vooruitgeschoven posten in het buitendijks gebied. Nu we dichterbij komen, wordt duidelijk hoe groot en imposant de toren midden op het eiland is. Eenmaal aangemeerd bij de steiger verlaten we samen met 11 andere passagiers de boot, in de stromende regen zetten we er direct de pas maar in, twee uur hebben we, verbleven we ooit korter op een eiland? Linksaf, eerst maar eens naar de groene punt, de toren, die we bij gebrek aan een dorpje maar even tot het centrum van het eiland bombarderen, komt straks wel. Inmiddels schijnt de zon. Ter hoogte van een mooi oud pension met uitzicht over de dijk, hier willen we wel logeren, steken we toch maar door, bang dat we een heel rondje eiland niet binnen de afgemeten tijd gaan halen. (Had prima gekund). We passeren een klein campinkje -alleen maar tenten- ernaast een uitspanning annex hotel, in de verte aan de rand van het eiland een stel grote tenten rond een weiland met doelpalen en volleybalnet, de ultieme locatie voor een groepsaccommodatie.
Utøya
Het tentenkamp, de over het eiland dwalende jongeren, het herinnert me aan het in Noorwegen gelegen eilandje Utøya, waar de extreem rechts gestoorde Anders Breivik op 22 juli 2011 maar liefst 69 Noorse Jonge Socialisten doodschiet. Die aanslag maakte indruk op me. Ik was lid van, mag wel zeggen ‘groeide op bij’ de -Nederlandse tak- van de JS. Een aantal van de mensen met wie ik in die tijd studieweekenden en pinksterkampen bezocht, de wereld verkende, werden vrienden voor het leven. Anderen ben ik uit het oog verloren maar zie ik zo nu en dan toch weer opduiken op plekken waar ze op hun manier verschil proberen te maken. Ik probeer het me voor te stellen, een hele generatie jonge wereldverbeteraars bij elkaar op een eiland, ‘Hey hey, laten we opstaan en de wereld veranderen’, staat er op de klep van het veerpontje, en dan een man met een machinegeweer… Het eiland is nog altijd in handen van de jongerenafdeling van de Noorse Arbeiderspartij. Hoe afschuwelijk de gebeurtenissen in 2011 ook waren, Utøya is geen monument voor het verleden. Sinds 2015 zijn er iedere zomer weer jeugdkampen. ‘Je kan als samenleving niet alle plekken sluiten die pijn doen. De honderden kleurige tentjes die op ieder jaar weer op het kampeerveld verrijzen symboliseren misschien nog wel meer als toen toekomst, hoop en vooruitgang’.* We passeren niet alleen jongeren op weg naar het tentenkamp, ook mensen met natte schoenen aan hun tas, wadlopers die een uurtje over hebben en net als wij het eiland verkennen. Op verschillende plekken zijn bankjes nabij waterkranen geplaatst om alle bemodderde wadloopschoenen schoon te spoelen, en hoewel het maar om een klein eilandje gaat, zouden dit er wel eens heel veel kunnen zijn. In tegenstelling tot het kleinschalige dat Neuwerk uitstraalt, trekt het eiland jaarlijks meer dan 100.000 bezoekers, waarvan een behoorlijk deel de oversteek op half hoge gympen maakt.
Hoogwater
Dóór maar weer, op rechts een rijtje schuin gewaaide bomen, recht voor ons het pad voor de paardenkoetsen dat een eindje verderop eindigt in open zee, links een haventje waar twee zeilboten zich klaar maken voor vertrek, terwijl eentje wacht tot hij kan binnenlopen. Het mag dan inmiddels half acht in de avond zijn, het is hoogwater, nu moet het gebeuren, ook voor hen. Ik vraag me af wat het uitzicht en de beleving op deze plek is bij laagwater, dat moet ook spectaculair zijn. Een vraag die alleen beantwoord kan worden als we de volgende keer ook gaan wadlopen of kiezen voor paard en wagen, Neuwerk bezoeken per boot betekent immers per definitie dat je weg bent wanneer het eb wordt. Of je moet een getijde overslaan, maar dat zou in dit geval overnachten betekenen.
* Aldus Jørgen Frydnes, directeur van het eiland sinds zijn voorganger Monica Bøsei als eerste door Breivik werd doodgeschoten, in een artikel van Nikkie Sterrenburg in Vrij Nederland